Commissie stelt de oprichting van een onafhankelijke instantie voor ethiek voor alle EU-instellingen voor
/Met de oprichting van een onafhankelijke instantie voor ethiek komen er voor het eerst gemeenschappelijke normen voor ethisch gedrag van de leden van de EU-instellingen en een formeel mechanisme voor coördinatie en gedachtewisseling over ethische vereisten tussen de instellingen. Dankzij deze veranderingen worden EU-politici onderworpen aan gemeenschappelijke, duidelijke, transparante en begrijpelijke normen.
Achtergrond
Solide kaders voor ethiek en transparantie vormen volgens de Commissie een essentieel onderdeel van goed bestuur en dragen onder meer bij tot het voorkomen van corruptie en ongepaste inmenging in het democratische proces. In haar politieke richtsnoeren steunde Commissievoorzitter Ursula von der Leynen de oprichting van een onafhankelijke instantie voor ethiek voor alle EU-instellingen.
Op 8 juni 2023 heeft de Commissie een voorstel gepresenteerd voor een overeenkomst tussen de 7 EU-instellingen en twee adviesorganen (het Economisch en Sociaal Comité en het Comité voor de Regio’s) met betrekking tot de oprichting van een onafhankelijke instantie voor ethiek. Het voorstel sluit onder meer aan bij het op 3 mei 2023 gepresenteerde corruptiebestrijdingspakket (zie het ECER-bericht daarover), het nog te presenteren pakket ter verdediging van de democratie en het Inter-institutionele akkoord over een verplicht transparantieregister (zie het ECER-bericht daarover).
Onafhankelijke instantie voor ethiek
Met de oprichting van de onafhankelijke instantie voor ethiek komen er voor het eerst gemeenschappelijke normen voor ethisch gedrag van de leden van de EU-instellingen en een formeel mechanisme voor coördinatie en gedachtewisseling over ethische vereisten tussen de instellingen. Dankzij deze veranderingen worden EU-politici onderworpen aan gemeenschappelijke, duidelijke, transparante en begrijpelijke normen.
De normen hebben betrekking op verschillende gebieden:
aanvaarding van geschenken, gastvrijheid en reizen aangeboden door derden: de normen zullen ook van toepassing zijn op de aanvaarding van prijzen, onderscheidingen of eerbewijzen;
voorwaardelijkheid en transparantiemaatregelen, met name voor bijeenkomsten met belangenvertegenwoordigers: de Commissie, het Europees Parlement en de Raad hebben al gemeenschappelijke normen voor bijeenkomsten met belangenvertegenwoordigers en de publicatie daarvan dankzij het Transparantieregister. De normen zullen worden uitgebreid tot bijvoorbeeld de toegang tot de gebouwen van de instellingen;
belangen en activa die moeten worden opgegeven, waarbij de categorieën worden vastgesteld, evenals de procedures die worden toegepast om deze opgaven te controleren;
neven- of externe activiteiten, om ervoor te zorgen dat de beschikbaarheid en onafhankelijkheid van de leden niet in het gedrang komen;
postmandaatactiviteiten van voormalige leden, waarbij de voorwaarden en transparantievereisten worden vastgesteld;
de uitvoering van het gemeenschappelijke kader, met inbegrip van het toezicht op de naleving en de follow-up, ook wat betreft mogelijke gevallen van intimidatie en sancties, in geval van inbreuken binnen elke instelling;
openbaarmaking van informatie: elke instelling moet openbaar maken hoe zij de normen toepast.
Terwijl de EU-Verdragen de algemene gedragsregels en -beginselen vastleggen, hebben de meeste instellingen deze in hun eigen reglementen of gedragscodes uitgewerkt. Dit heeft geleid tot een versnippering van de ethische kaders van de instellingen, met complexe en versnipperde regels. Hoewel sommige verschillen kunnen worden verklaard door de verschillende rollen van elke instelling en door de verschillende risico's die inherent zijn aan de verschillende taken, is het volgens de Commissie duidelijk geworden dat er behoefte is aan een gemeenschappelijke ethische cultuur, door middel van gemeenschappelijke hoge normen en samenwerking tussen de instellingen. Zodra de onafhankelijke instantie voor ethiek is opgericht, zal het in deze leemte voorzien door de EU-instellingen gemeenschappelijke en duidelijke ethische normen op te leggen. De nieuwe instantie krijgt drie hoofdtaken
Gemeenschappelijke minimumnormen ontwikkelen - zoals hierboven uitgelegd - die van toepassing zijn op de leden van de deelnemende EU-instellingen en -organen, en deze zo nodig bijwerken. Ze zullen dienen als een minimale basisnorm, en elke instelling blijft vrij om nog strengere interne regels toe te passen, maar de normen kunnen niet worden gebruikt om bestaande regels te verlagen;
Uitwisseling van standpunten over de interne regels van elke instelling in het licht van de normen, zodat ze kunnen leren van en profiteren van elkaars ervaring;
Bevorderen van een gemeenschappelijke ethische cultuur bij alle leden van EU-instellingen, zodat het kader zowel binnen als buiten de instellingen begrijpelijker wordt voor het publiek. Transparantie zal ook gelden voor de toepassing van deze regels binnen de instellingen.
Dit alles zal gebeuren op een manier die transparant en toegankelijk is voor het publiek. Andere organen en agentschappen van de EU zullen de mogelijkheid hebben om vrijwillig alle gemeenschappelijke normen toe te passen en deel te nemen aan gedachtewisselingen.
De nieuwe onafhankelijke instantie voor ethiek zal zich niet bezighouden met individuele onderzoeken, het zal zich niet mengen in de onderzoeken van bestaande, gevestigde organen en deze op geen enkele manier beperken. Krachtens de EU-Verdragen is dit de verantwoordelijkheid van het Europees Openbaar Ministerie (EMO) en de nationale politiële en justitiële autoriteiten voor strafzaken die de financiële belangen van de EU schaden. Het is de verantwoordelijkheid van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) voor onregelmatigheden en schendingen van professionele plichten, de Ombudsman voor gevallen van wanbeheer en van elke instelling als het gaat om een schending van hun regels.