Conclusie AG: gerechtshof mocht boekverbod 'De gekooide recherche' afwijzen
/De beslissing van het gerechtshof in Den Haag van 27 juni 2017 om het boek ‘De gekooide recherche’ niet te verbieden, dient in stand te blijven. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Lückers de Hoge Raad.
Een oud-rechercheur schreef in 2015 het boek 'De gekooide recherche' over zijn ervaringen bij de politie. In het betreffende boek wordt een aantal onderzoeken beschreven waarbij de oud-rechercheur betrokken was. Bij de beschrijving van deze onderzoeken vermeldt de oud-rechercheur de naam en gedragingen van een strafrechtelijk veroordeelde man. Deze man is van mening dat met het verschijnen van het boek sprake is van een onrechtmatige publicatie en startte een procedure. Hij stelt dat sprake is van schending van het ambtsgeheim door de rechercheur en van schending van de Wet bescherming persoonsgegevens onder meer het verbod om strafrechtelijke gegevens te verwerken. Hij eiste dat het boek uit de schappen zou worden gehaald en daarnaast een schadevergoeding.
In navolging van de rechtbank wees het gerechtshof zijn vordering af. Het gerechtshofoordeelde dat geen sprake was van het gebruik van geheime informatie nu die informatie ook in andere publicaties naar voren komt. Verder oordeelde het hof dat de vrijheid van meningsuiting hier zwaarder weegt dan het recht op privacy en dat het verbod om strafrechtelijke gegevens te verwerken niet van toepassing is omdat deze verwerking noodzakelijk is voor uitsluitend journalistieke doeleinden. De in het boek beschreven strafzaken vergroten volgens het hof de zeggingskracht van het boek vanwege de controleerbaarheid en geloofwaardigheid. In die zin draagt ook het noemen van de naam en het tonen van zijn portret bij aan het algemene belang. De man was het hiermee niet eens en stelde tegen deze beslissing beroep in cassatie in.
In haar conclusie bespreekt de advocaat-generaal de aangevoerde cassatieklachten uitvoerig. Zij gaat daarbij onder meer in op de klachten dat het hof niet op een juiste en begrijpelijke wijze toepassing heeft gegeven aan de regels over schending van het ambtsgeheim en de journalistieke uitzondering voor de verwerking van strafrechtelijke gegevens.
Lückers concludeert in haar advies dat geen van de ingediende cassatiemiddelen leidt tot vernietiging van de uitspraak van het gerechtshof. Zij adviseert de Hoge Raad dan ook het cassatieberoep te verwerpen en daarmee de uitspraak in stand te laten.
De uitspraak van de Hoge Raad is vooralsnog bepaald op 14 december 2018.
Lees hier de volledige conclusie.