Conclusie AG m.b.t. marktplaatsoplichting & aannemen valse hoedanigheid
/Hoge Raad 12 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:621
De verdachte heeft op de advertentiewebsite ‘marktplaats.nl’ onder verschillende valse namen een groot aantal advertenties geplaatst waarin hij diverse concertkaarten en hartslagmeters te koop heeft aangeboden. Belangstellenden hebben op deze advertenties gereageerd op de door de verdachte in zijn advertenties opgegeven e-mailadressen, die correspondeerden met de door hem gebruikte valse namen. De kopers kwamen met de verdachte een prijs overeen voor de levering van de desbetreffende goederen. Vervolgens heeft de verdachte met deze kopers afgesproken dat zij eerst het overeengekomen geldbedrag moesten overmaken naar een door de verdachte opgegeven bankrekeningnummer. Daarna zou de verdachte de goederen per gewone post dan wel aangetekend aan hen toezenden.
Aan deze verplichting heeft de verdachte in geen van de bewezen verklaarde gevallen voldaan. De kopers hebben verschillende keren getracht nakoming van hun koopovereenkomsten te bewerkstelligen. De verdachte heeft per e-mail op hun pogingen gereageerd en daarbij verschillende redenen opgegeven voor het feit dat hij de goederen nog niet had geleverd: de verdachte zou op vakantie zijn, hij zou niet thuis zijn dan wel niet in Nederland zijn, de verdachte zou problemen met zijn computer hebben, de verdachte zou het geld niet hebben ontvangen dan wel zou er een verkeerd rekeningnummer zijn gebruikt. Uiteindelijk heeft de verdachte niet meer gereageerd op de pogingen van de kopers om met hem in contact te komen, terwijl geen van hen de betaalde goederen geleverd heeft gekregen. Uit onderzoek is gebleken dat de door de verdachte opgegeven bankrekeningnummers op naam stonden van de verdachte zelf.
Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden wegens oplichting, meermalen gepleegd (feit 1) en van het plegen van witwassen een gewoonte maken (feit 2). Voorts heeft het hof de vorderingen van 21 benadeelde partijen toegewezen en aan de verdachte schadevergoedingsmaatregelen opgelegd.
De raadsman van de verdachte heeft in hoger beroep betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde feit, aangezien hetgeen de verdachte wordt verweten geen oplichting oplevert.
Het hof heeft dit verweer onder “bijzondere overwegingen omtrent het bewijs” als volgt samengevat en verworpen:
“In de tweede plaats heeft de verdediging aangevoerd dat, voor zover moet worden aangenomen dat de verdachte zich op internet heeft gepresenteerd als verkoper, hieruit niet zonder meer volgt dat hij een oplichtingsmiddel heeft aangewend als bedoeld in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht. Goederen te koop aanbieden en vervolgens niet leveren is eerder aan te merken als wanprestatie dan als het valselijk aanwenden van de hoedanigheid van bonafide verkoper. Voorts ontbreekt een causaal verband tussen het gebruik maken van een valse naam en de afgifte van geld door de kopers.
Het hof overweegt met betrekking tot dit tweede verweer het volgende.
Met de verdediging is het hof van oordeel dat het enkele aanwenden van een valse naam door verdachte niet zonder meer in causaal verband staat met de afgifte van geld door de betrokkenen. Of bewezen kan worden dat verdachte zich heeft bediend van een valse hoedanigheid als bedoeld in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht en voorts of er een causaal verband is tussen het aanwenden van de valse hoedanigheid en de afgifte van geld door de betrokkenen, moet worden beoordeeld aan de hand van de feiten en omstandigheden in het concrete geval. In de onderhavige zaak acht het hof de volgende feiten en omstandigheden van belang.
- Marktplaats.nl is een advertentiesite waar kopers en verkopers van nieuwe en tweedehands producten worden samengebracht. Als de koper en verkoper elkaar vinden, dan sluiten zij persoonlijk via de telefoon of per e-mail een overeenkomst, buiten de site om.
- De verdachte heeft verkoopadvertenties geplaatst op marktplaats.nl en zodoende bezoekers van die website uitgenodigd om met hem in contact te treden teneinde een koopovereenkomst te sluiten.
- De verdachte heeft concertkaartjes en hartslagmeters voor gangbare prijzen aangeboden.
- De verdachte heeft zich daarbij gepresenteerd onder normale eigennamen en hij heeft gebruik gemaakt van e-mailadressen die daarbij pasten.
- De verdachte heeft via de e-mailadressen gecorrespondeerd met de potentiële kopers om tot overeenstemming te komen over de prijs die zou moeten worden betaald voor het door de verdachte te leveren goed.
- De verdachte heeft in de onderhavige zaak in geen van de 27 gevallen de goederen geleverd.
- De door de verdachte gebruikte eigennamen bleken vals te zijn.
Gelet op deze feiten en omstandigheden staat, naar het oordeel van het hof vast dat de verdachte zich valselijk heeft gepresenteerd als bonafide verkoper. De verdachte heeft op volstrekt onverdachte wijze goederen aangeboden en hij heeft door gebruikmaking van normale eigennamen - niet zijnde verdachtes werkelijke naam - en bijpassende e-mailadressen de indruk gewekt dat hij met open vizier handelde en traceerbaar was, hetgeen van belang is in geval van niet-nakoming. Kopers werden hierdoor bewogen een koopovereenkomst te sluiten en hun eigen verplichting - de betaling van de koopsom - na te komen. De verdachte heeft aldus op valse wijze gebruik gemaakt van het op marktplaats.nl gangbare handelspatroon - naar men mag aannemen in elk geval voor de handel in niet a| te bijzondere of dure producten - op basis van welk patroon de betrokken bezoekers van marktplaats.nl mochten verwachten dat de verdachte de goederen voor de afgesproken prijs en op de afgesproken wijze zou leveren. In die verwachting hebben zij geld naar verdachte overgemaakt.
Uit de rechtspraak kan weliswaar worden afgeleid dat niet elke vorm van bewust oneerlijk zaken doen onder het strafrecht moet worden gebracht. In veel gevallen staan bij wanprestatie immers civielrechtelijke wegen open om nakoming af te dwingen of om schade te verhalen. Dat wordt echter bemoeilijkt als - zoals in het onderhavige geval - de oneerlijke verkoper onder een valse naam handelt.
Het hof verwerpt het verweer.”
Middel
Beoordeling Hoge Raad
De Hoge Raad doet de zaak af onder verwijzing naar art. 81 RO.
Conclusie AG
11. Bij de beoordeling van het middel dient het volgende te worden voorop gesteld. De enkele omstandigheid dat iemand zich in strijd met de waarheid voordoet als een bonafide verkoper, die in staat is en voornemens is de door hem verkochte goederen na de betaling van de koopsom te leveren, levert niet op het aannemen van een valse hoedanigheid in de zin van art. 326 Sr. Om een valse hoedanigheid in voornoemde zin te kunnen aannemen moet er meer zijn dan een enkele leugen. Alleen als zich één of meer bijkomende omstandigheden voordoen, kan er sprake zijn van strafbare oplichting. In dat verband kan onder meer betekenis toekomen aan de maatschappelijke context waarbinnen de oplichting heeft plaatsgevonden en meer in het bijzonder aan de omstandigheid dat de verdachte door zijn manier van handelen op bedrieglijke wijze gebruik heeft gemaakt van het in het maatschappelijke verkeer geldende, reguliere verwachtingspatroon bij de desbetreffende transacties.
12. Het hof heeft overwogen dat de verdachte op valse wijze gebruik heeft gemaakt van het op ‘marktplaats.nl’ gangbare handelspatroon in geval van “niet al te bijzondere of dure producten”. Daarbij heeft het hof kennelijk en niet onbegrijpelijk geoordeeld dat de verdachte op bedrieglijke wijze gebruik heeft gemaakt van het reguliere verwachtingspatroon in geval van de verkoop van dergelijke producten via ‘marktplaats.nl’. Bij het verkopen van goederen via deze website vindt het contact tussen de verkoper en de koper veelal plaats via e-mail. Nadat overeenstemming is bereikt over de te betalen koopprijs, wordt in gezamenlijk overleg de wijze van betaling en levering bepaald. Indien de verkoper en koper niet bij elkaar in de buurt wonen en het om een relatief goedkoop product gaat, kan worden overeengekomen dat de koper eerst de afgesproken koopprijs overmaakt naar het door de verkoper opgegeven bankrekeningnummer. Nadat de koopprijs is betaald, mag de koper er vervolgens op vertrouwen dat de verkoper het desbetreffende goed per (gewone) post naar hem zal toesturen.
13. Het oordeel van het hof dat de verdachte door het aannemen van een valse hoedanigheid de in de bewezenverklaring genoemde benadeelden heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, geeft in het licht van hetgeen hiervoor onder 11 is voorop gesteld geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het is evenmin onbegrijpelijk. Daarbij neem ik het volgende in aanmerking. De verdachte heeft zich valselijk gepresenteerd als een bonafide verkoper. Hij heeft zich op de advertentiewebsite ‘marktplaats.nl’ in strijd met de waarheid voorgedaan als een verkoper van onder meer concertkaarten, hartslagmeters en racefietsonderdelen, die voornemens was na de betaling van de koopprijs door de kopers deze goederen aan hen te leveren. Op het moment dat de kopers bij herhaling hebben verzocht om levering van de door hen reeds betaalde goederen, heeft de verdachte aan hen vergelijkbare - kennelijk valse - redenen opgegeven waarom hij nog niet had geleverd. Uiteindelijk heeft de verdachte niet meer gereageerd op de aanmaningen van de kopers en zijn de goederen nooit geleverd, terwijl daarvoor wel was betaald.
14. Uit de bewijsvoering volgt dat het hof heeft geoordeeld dat de gedragingen van de verdachte meer behelzen dan het enkele zich voordoen als een bonafide verkoper. De verdachte heeft gehandeld volgens een tevoren bedachte - bedrieglijke - werkwijze, die erop was gericht de kopers te bewegen tot afgifte en op het bemoeilijken van zijn traceerbaarheid. De verdachte heeft daartoe in zijn contact met de kopers gebruik gemaakt van diverse valse namen en verschillende, bij die valse namen passende e-mailadressen, die niet zijn te herleiden tot zijn echte naam. Daarbij is kennelijk ook gebruik gemaakt van valse adresgegevens. Aldus heeft de verdachte steeds onbruikbare contactgegevens verstrekt aan zijn wederpartij, kennelijk met het doel om de mogelijkheden van de gedupeerde kopers tot het uitoefenen van verhaal te bemoeilijken. In het licht van het grote aantal benadeelden (in totaal 27) en de lange periode waarin de gedragingen van de verdachte hebben plaatsgevonden (bijna elf maanden) en gelet op het feit dat de verdachte steeds dezelfde werkwijze heeft gehanteerd, is er een duidelijk patroon in het handelen van de verdachte te herkennen.
15. In het arrest van 11 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3144, NJ 2014/518 verstond de Hoge Raad in een vergelijkbare zaak de overwegingen van het hof aldus dat de valse hoedanigheid niet louter bestond uit het zich in strijd met de waarheid voordoen als een bonafide verkoper, maar ook uit het als verkoper verstrekken van onbruikbare contactgegevens aan de wederpartij. Aldus verstaan, getuigde het oordeel van het hof dat de gedragingen van de verdachte waren aan te merken als oplichting in de zin van art. 326 Sr volgens de Hoge Raad niet van een onjuiste rechtsopvatting, terwijl het niet onbegrijpelijk werd geacht. Dezelfde slotsom geldt voor het bestreden oordeel van het hof in de voorliggende zaak. Gelet op hetgeen de raadsman van de verdachte op de terechtzitting in hoger beroep van 9 januari 2014 heeft aangevoerd, was het hof niet gehouden tot een nadere motivering.
16. Voor zover het middel de klacht bevat dat het onder 1 bewezen verklaarde niet uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid, omdat daaruit niet kan volgen dat de kopers door het gebruik van valse namen zijn bewogen tot de afgifte van de geldbedragen, berust het op een verkeerde lezing van het arrest en faalt het wegens het ontbreken van feitelijke grondslag. Het hof heeft juist overwogen met de verdediging van oordeel te zijn dat het enkele aanwenden van een valse naam door de verdachte niet zonder meer in causaal verband staat met de afgifte van geld door de betrokkenen. Bewezen is verklaard dat de verdachte “door het aannemen van een valse hoedanigheid” de benadeelden heeft bewogen tot de afgifte van die geldbedragen. Uit de bewijsvoering volgt dat de verdachte zich ten opzichte van de kopers heeft voorgedaan als een bonafide verkoper en daartoe contactgegevens heeft verstrekt en toezeggingen heeft gedaan die bij de kopers de verwachting hebben gewekt dat de in het vooruitzicht gestelde goederen zouden worden geleverd, terwijl in werkelijkheid geen voornemen tot levering bestond en onjuiste contactgegevens zijn verstrekt met de kennelijke bedoeling de traceerbaarheid van de verdachte te bemoeilijken. Aldus kan uit de bewijsvoering mede worden afgeleid dat de verdachte door zich op deze wijze te bedienen van een valse hoedanigheid de kopers heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen.
17. Het middel faalt.
Lees hier de volledige uitspraak.