Consultatie open voor wijziging Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen
/Op 7 november jl. is de Wijziging Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen in consultatie gegaan. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bereidt een wijziging voor van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen, en de bijlagen van enkele aanverwante regelingen (VLG, VSG en VBG). De systematiek van het verlenen van erkenningen wordt gewijzigd: er wordt voortaan verwezen naar concrete handelingen en niet meer naar opsommingen in andere systemen. Daarnaast worden enkele zaken gecorrigeerd.
In de huidige regeling wordt in een te verlenen erkenning voor concrete handelingen verwezen naar de betreffende randnummers uit het ADR, RID en ADN (vervoer gevaarlijke stoffen over respectievelijk de weg, het spoor en de binnenwateren), die tweejaarlijks Europees worden aangepast. Door de wijziging wordt nu rechtstreeks verwezen naar handelingen waarvoor een erkenning kan worden aangevraagd. Hierdoor behoeft de regeling niet langer tweejaarlijks te worden aangepast.
Voorts zijn de lijsten in de vertaalde versies van het ADR, RID en ADN, te weten het VLG, VSG en VBG, waarin de bevoegde autoriteiten zijn aangewezen voor het verrichten van bepaalde handelingen met gevaarlijke stoffen, geactualiseerd.
Tenslotte zijn via deze regeling enkele voorschriften aangepast over controle praktijken die gelden voor de erkende instanties. Dit ten behoeve van de uitvoering en (handhaving)praktijk van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
Aan overheidszijde zal de nieuwe regeling het effect hebben van een vermindering van de administratieve- en financiële lasten vanwege het feit dat de regeling nu niet meer tweejaarlijks hoeft te worden aangepast aan de gewijzigde internationale transportregelgeving voor gevaarlijke stoffen. De effecten van het wijzigen van deze systematiek van de regeling zijn voor het bedrijfsleven nihil.
Met de wijziging van artikel 17 van de regeling zijn administratieve lasten gemoeid voor de onderaannemers van de erkende instantie. Dit is echter onvermijdelijk vanwege het feit dat deze bedrijven onder de erkenning van een erkende instantie werken en controle op deze werkzaamheden mogelijk moet zijn. De controle (audit) op de handelingen (artikel 2, onderdeel b, van deze regeling) is geborgd door middel van het betreffend kwaliteitsborgingsprogramma. De controle op het kwaliteitsborgingsprogramma wordt nu aan de markt overgelaten; dat wordt efficiënter geacht vanwege de aanwezige kennis op dit vlak bij de marktpartijen (de erkende instanties).
De financiële effecten van het verschuiven van deze controle worden als nihil ingeschat voor de (erkende) instanties. Er kunnen extra administratieve lasten en kosten optreden, maar deze kunnen worden doorberekend naar de uitvoerende partijen die deze handelingen daadwerkelijk verrichten. Voor de uitvoerende partijen zullen de kosten ten hoogste gelijk blijven.
Lees verder: