Contourennota Wetboek van Strafvordering in consultatie
/Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) heeft de zogeheten Contourennota modernisering Wetboek van Strafvordering voor advies naar verschillende instanties gestuurd, waaronder de Raad voor de rechtspraak, het Openbaar Ministerie, de Nationale Politie, de Nederlandse Orde van Advocaten en Reclassering Nederland. Het gaat om een volgende stap in een majeure wetgevingsoperatie die alle deelnemers aan de strafrechtspleging raakt.
De nota geeft een schets van het nieuwe Wetboek van Strafvordering dat straks beter aansluit bij de digitale samenleving en toegankelijker is voor de rechtspraktijk en de burger. Ook draagt het bij aan de verbetering van de kwaliteit van de strafrechtspleging, waardoor de prestaties van de strafrechtsketen verbeteren. De nota bevat daartoe een aankondiging van voorstellen tot wijziging van het wetboek. Verder is ‘groot onderhoud’ nodig. In het huidige wetboek staan niet alleen verouderde, onnodige of complexe procedures, maar door de vele wijzigingen in de afgelopen jaren is de rek eruit.
Het is de bedoeling dat in de loop van dit jaar de definitieve Contourennota aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. De Contourennota is vorig jaar aangekondigd bij gelegenheid van het Congres over de modernisering van het Wetboek van Strafvordering. De consultatie vloeit voort uit de keuze van de minister om in samenspraak met wetenschappers en alle betrokkenen bij de strafrechtspleging te werken aan een nieuw Wetboek van Strafvordering waarin de regels staan voor het strafproces, van de opsporing van dader(s) tot en met de tenuitvoerlegging van de straf.
De Contourennota geeft een overzicht van de belangrijkste wijzigingsvoorstellen. Voorop staat dat de uitgangspunten en beginselen van de Nederlandse strafvordering niet worden gewijzigd. Er komen geen nieuwe algemene bevoegdheden voor de opsporing, die alleen in de praktijk of door rechtersrecht moeten worden ingevuld. Het wetboek is (zoveel mogelijk) techniekonafhankelijk en toekomstbestendig.
De wijzigingsvoorstellen kenmerken zich door een beweging naar voren: het voorbereidend onderzoek neemt in verhouding tot het onderzoek ter terechtzitting in gewicht toe. Opstelten legt in het nieuwe wetboek meer de nadruk op het voorbereidend onderzoek, omdat dit in belangrijke mate het verdere verloop van het proces en de kwaliteit van de procedure als geheel bepaalt. Zo bevordert hij met het vroegtijdig horen van getuigen en het uitvoeren van overig relevant onderzoek de deugdelijkheid en de kwaliteit van de over de zaak te nemen beslissing. Dat kan helpen gerechtelijke dwalingen te voorkomen. Uiteindelijk moet er een goed gefundeerd oordeel in de strafzaak komen.
Bovendien is het voor alle betrokkenen van groot belang dat zij zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen over de afloop van de zaak. Ook daarom wil de minister investeren in het voorbereidend onderzoek als fundament voor een gedegen vervolgingsbeslissing (inclusief strafbeschikking) en het oordeel van de rechter. Een goede voorbereiding van de zitting levert minder aanhoudingen ter zitting op en dus kortere doorlooptijden.
Een ander belangrijk aandachtspunt is de te ver doorgeschoten administratieve belasting vanwege verplichtingen die geen toegevoegde waarde hebben, maar wel het opsporingsproces sterk belasten. Dat gebeurt bijvoorbeeld doordat de politie herhaaldelijk dezelfde informatie moet aanleveren in één onderzoek. In de nieuwe opzet is daar rekening mee gehouden en worden overbodige regels geschrapt.
Op basis van de Contourennota, worden wetsvoorstellen voorbereid die vanaf november 2015 in vier tranches bij de Tweede Kamer worden ingediend. Het gaat om een serie wetsvoorstellen dat het wetboek een ander aanzien zal geven, maar niet zal leiden tot een stelselwijziging.
Bron: Rijksoverheid