Corruptie en de rol van banken
/Financiële instellingen hebben een poortwachtersfunctie. Zij zijn in de positie om geldstromen die verbonden zijn aan criminaliteit, waaronder corruptie, te detecteren en te stoppen. Er wordt in dit verband zelfs gesproken over een ‘sleutelrol’ van financiële instellingen. Wetgeving, zoals de EU antiwitwasrichtlijnen (AMLD) en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), legt deze rol vast. Deze wetgeving legt bijvoorbeeld verplichtingen op ten aanzien van cliëntenonderzoek (CDD) en het onderzoek naar de herkomst van gelden, en van transactiemonitoring en het melden van ongebruikelijke transacties.
De rol van financiële instellingen, waaronder banken, roept ook vragen op. Poortwachter-zijn wordt in dat verband ook wel eens geschetst als ‘onbezoldigd opsporingsambtenaar’. Daarbij wordt als uitgangspunt gehanteerd dat het de rol van banken is om financiële diensten te verlenen en om daarmee winst te maken. Daarin past geen poortwachtersrol.
Om te onderzoeken wat er van banken verwacht mag worden bij de bestrijding van corruptie beschrijft dit artikel twee cases: de zaak Abacha uit de jaren 90 en de zaak VimpelCom van zo’n 20 jaar later. De rol van enkele van de betrokken banken komt daarbij nader aan de orde. Vervolgens zal blijken hoe op deze zaken is gereageerd, en wat er verwacht mag worden van banken bij de bestrijding van corruptie.
Lees verder:
Corruptie en de rol van banken door R.J. Hoff in Tijdschrift voor Sanctierecht & Onderneming