De belastingadviseur als pleger van belastingfraude?
/Over de vraag of artikel 69 AWR zich enkel tot de belastingplichtige richt of ook tot anderen, zoals de belastingadviseur, bestaat nog steeds discussie. Recentelijk heeft A-G Vegter – geen onbekende op dit terrein - een conclusie genomen waarin hij betoogt dat ook een ander dan de belastingplichtige zelf opzettelijk een onjuiste aangifte kan doen.
In deze zaak werd de verdachte onder meer verweten dat hij opzettelijk onjuiste aangiften inkomstenbelasting en omzetbelasting had gedaan in de zin van artikel 69, tweede lid, AWR. De feiten waren als volgt. De echtgenote van de verdachte had een winkel die werd gedreven in de vorm van een eenmanszaak. De verdachte verzorgde zowel de administratie als de aangiften inkomstenbelasting en omzetbelasting. Hof Amsterdam sprak de verdachte vrij van belastingfraude omdat zijn echtgenote de aangifteplichtige was en niet de verdachte zelf. Het Openbaar Ministerie stelde cassatie in en voerde aan dat ook een ander dan de belastingplichtige als pleger in de zin van artikel 69, tweede lid, AWR kan worden aangemerkt.
Lees verder: