Definitieve Good practices fiscale integriteitsrisico's voor cliënten van trustkantoren gepubliceerd
/Op 7 februari 2019 heeft DNB de consultatieversie van het good practices document ‘fiscale integriteitsrisico’s bij cliënten van trustkantoren’ gepubliceerd. De hoofdvraag bij deze consultatie was of deze good practices voor trustkantoren voldoende duidelijk zijn en de trustkantoren daadwerkelijk voldoende handvatten bieden om te voldoen aan de wettelijke eisen voor het beheersen van (fiscale) integriteitsrisico’s.
DNB heeft op 20 maart een ronde tafel bijeenkomst georganiseerd ter bespreking van het good practices document.
In deze consultatieronde hebben we van verschillende trustkantoren en van de brancheorganisatie van trustkantoren, Holland Quaestor (hierna: HQ), reacties ontvangen, inclusief de ‘concept’ richtlijn ‘Tax Integrity’ die Holland Quaestor voor haar eigen leden heeft opgesteld. DNB waardeert de inspanningen van de trustkantoren en HQ om bij te dragen aan het definitieve good practices document. Alle consultatiereacties zijn zorgvuldig bekeken en waar passend verwerkt in de definitieve good practices.
DNB wijst erop dat bevindingen uit het in 2019 verrichte thema-onderzoek ‘Fiscale integriteitsrisico’s’ zijn meegenomen in dit good practices document.
Hieronder is kort toegelicht hoe DNB is omgegaan met de belangrijkste punten die door (meerdere) trustkantoren en HQ naar voren zijn gebracht in hun reacties.
1. (Juridische) status van de good practices
In de verschillende consultatiereacties hebben de trustkantoren gevraagd naar de (juridische) status van de good practices en verzocht om dit nader te expliciteren in het document.
Naar aanleiding hiervan heeft DNB in Hoofdstuk 2 paragraaf 2.4 een nadere toelichting opgenomen waarin de juridische status van het good practices document nader wordt toegelicht.
Verder is in de consultatiereacties gevraagd nader te expliciteren welke verwachtingen DNB heeft ten aanzien van de vraag in hoeverre trustkantoren deze good practices daadwerkelijk moeten implementeren in hun bedrijfsvoering.
Naar aanleiding hiervan heeft DNB in Hoofdstuk 2 paragraaf 2.4 toegelicht hoe trustkantoren deze good practices kunnen gebruiken voor de invulling van de wettelijke norm.
In de consultatiereacties is ook gevraagd aan te geven dat de door DNB aangegeven fiscale risico-indicatoren voorbeelden betreffen en dat trustkantoren dit zelf kunnen invullen middels hun Integrity Risk Appetite en de daarop gebaseerde interne procedures.
Naar aanleiding hiervan heeft DNB in Hoofdstuk 2 paragraaf 2.4 toegelicht dat deze voorbeelden van fiscale risico-indicatoren niet uitputtend zijn. De good practices zijn een handreiking voor de uitleg en toepassing van de wettelijke verplichtingen.
2. Onderzoek fiscale integriteitsrisico’s: Belastingontduiking versus belastingontwijking
In een aantal consultatiereacties is aangegeven dat de good practices zich zouden moeten beperken tot belastingontduiking en niet in zouden moeten gaan op belastingontwijking.
Naar aanleiding hiervan heeft DNB in Hoofdstuk 1 paragraaf 1.1 toegelicht dat een trustkantoor inzicht moet hebben in welke delen van haar cliëntportefeuille verhoogde risico’s op belastingontduiking bestaan. Het onderzoek naar risico op belastingontduiking bij cliënten, als verschijningsvorm van witwassen, is voor trustkantoren niet een nieuwe of aanvullende (wettelijke) verplichting. Om te kunnen voorkomen dat trustkantoren betrokken raken bij belastingontduiking door cliënten, zullen trustkantoren ook belastingontwijkende structuren moeten beoordelen op eventuele kenmerken van belastingontduiking.
DNB wil met de good practices praktische handvatten bieden om risico’s op belastingontduiking te herkennen in (cliënt)structuren en -transacties die (door de cliënt) zijn vormgegeven als fiscaal-gedreven structuren en transacties. Elk trustkantoor kan hieraan individueel een nadere invulling geven.
De wetgever verwacht ten aanzien van belastingontwijking een nadere onderzoeksinspanning van trustkantoren1. Dit om vast te kunnen stellen of het bedienen van bepaalde fiscale constructies zich verdraagt met de eigen ‘risk appetite’ en ook om te voorkomen dat trustkantoren handelingen verrichten die op een dusdanige wijze ingaan tegen hetgeen in het maatschappelijk verkeer als onbetamelijk worden beschouwd dat hierdoor het vertrouwen in het trustkantoor dan wel de financiële markten ernstig kan worden geschaad.
Lees meer: