Easy Life-directeuren in hoger beroep veroordeeld voor verduistering
/In hoger beroep zijn 2 directeuren-grootaandeelhouders van het inmiddels failliete, Helmondse bedrijf Easy Life veroordeeld voor het plegen van verduistering en het vormen van een criminele organisatie met personen in en buiten het bedrijf. Ze kregen celstraffen opgelegd van respectievelijk 4,5 jaar en 3,5 jaar. Een derde verdachte, vanaf eind 2007 operationeel directeur bij het bedrijf, is voor zijn rol bij de verduisteringen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk. Het hof heeft een vierde verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Het hof heeft niet, zoals de rechtbank eerder wel deed, kunnen vaststellen dat de verdachten op voorhand al de bedoeling hadden de beleggers op te lichten. Daarom spreekt het hof hen vrij van oplichting.
Aanschaf van auto’s en onroerend goed
De 2 directeuren-grootaandeelhouders besteedden een substantieel deel van de inleg van beleggers niet aan de zogeheten life settlements, zoals contractueel met de beleggers was afgesproken, maar aan andere zaken. Beiden waren op de hoogte van hun contractuele verplichtingen en wisten dus ook dat ze het ingelegde geld niet vrij mochten besteden. Desondanks kochten ze van het ingelegde geld onder meer onroerend goed en auto’s.
Financieel gat
De directeuren-grootaandeelhouders en een nieuw aangestelde operationeel directeur waren op 1 december 2007 op de hoogte van het ‘gat’ dat was ontstaan tussen het ingelegde geld voor de aankoop van life settlements en het bedrag dat daadwerkelijk daaraan was besteed. Een van de directeuren-grootaandeelhouder en de operationeel directeur hebben na 1 december 2007 pogingen gedaan om het Easy Life-concern gezond te maken. Echter, procentueel is vanaf dat moment nauwelijks meer geld van beleggers besteed aan life settlements dan in de periode daarvoor. Beiden hebben dat in de laatste periode niet alleen bewust nagelaten, maar ook bevorderd door biedingen op life settlements te laten intrekken. Door zich zo te gedragen, concludeert het hof dat zij bewust het risico hebben genomen dat het ingelegde geld door Easy Life zou worden verduisterd.
Financiële schade voor gedupeerden
Bij het bepalen van de straffen heeft het hof rekening gehouden met de aanzienlijke financiële schade voor de gedupeerden. Zij zijn hun (vaak met hypotheken beleende) vermogen grotendeels kwijtgeraakt. Dit staat in schril contrast met de afspraak dat zij hun volledige inleg terug zouden ontvangen plus hoge rentes. Ook heeft het hof rekening gehouden met het geschade vertrouwen van de gedupeerden in Easy Life en met de omstandigheid dat door dit soort zaken het vertrouwen in financiële instellingen wordt geschaad.
Beroepsverbod
De langste gevangenisstraf legt het hof op aan de directeur-grootaandeelhouder die al vanaf het begin geld van beleggers heeft besteed aan onder meer auto’s en onroerend goed. Hij heeft ook het meeste persoonlijke voordeel gehad. Daarnaast legt het hof hem een beroepsverbod op. Vanwege het gevaar op herhaling acht het hof het noodzakelijk dat hij gedurende 8 jaar geen beroep in de financiële dienstverlening en niet het beroep van leidinggevende in een financiële onderneming uitoefent.
Deels terugbetaald
De andere directeur-grootaandeelhouder was de langste periode betrokken bij Easy Life en heeft eveneens veel ingelegd geld besteed aan onroerend goed en auto’s. In zijn voordeel heeft het hof er rekening mee gehouden dat hij een deel van deze bestedingen heeft terugbetaald. Voor de operationeel directeur geldt dat zijn handelen niet tot persoonlijk voordeel heeft geleid, hij in verhouding tot zijn medeverdachten een relatief korte periode bij Easy Life betrokken is geweest en dat hij - naar eigen zeggen - de bedoeling had Easy Life te redden. Door deze omstandigheden heeft het hof een lagere straf aan hem opgelegd.
In alle zaken heeft het hof in het voordeel van de verdachten rekening gehouden met de lange duur van de procedure.