Europees Parlement steunt Commissie voorstel voor Europees Openbaar Ministerie
/De Commissie Juridische Zaken (JURI) van het Europees Parlement heeft gisteren de opinie voor het voorstel van de Europese Commissie voor de oprichting van een Europees openbaar ministerie aangenomen met 19 stemmen voor, 4 tegen en 0 onthoudingen.
JURI steunt volledig de doelstelling van de Commissie om EU breed de vervolging van fraude met belastinggeld te verbeteren. De exclusieve taak van het Europees Openbaar Ministerie zou zijn het onderzoeken, vervolgen en – in voorkomend geval voor de gerechten in de lidstaten brengen – van strafbare feiten die de EU-begroting raken.
"A Union budget deserves Union-wide protection. We cannot remain idle when criminals try to defraud on taxpayers' money," aldus Viviane. "A true European Public Prosecutor's Office can help us effectively clamp down on fraudsters everywhere in the EU. I am encouraged to see that the European Parliament agrees. It will continue working closely with the European Parliament and with national Ministers to makes sure this important project gathers further pace in the coming months. We must keep up the momentum so that the European Public Prosecutor's Office can assume its functions in 2015.”
Algirdas Semeta, Anti-fraude Commissioner, zij het volgende: "Today's vote is further endorsement of our work to better protect taxpayers' money throughout the EU. The European Public Prosecutor's Office will bridge the gap between Member States' criminal systems, whose competences stop at national borders, and Union bodies that cannot conduct criminal investigations. As such, our success in fighting and deterring EU fraud will increase greatly."
Het voorstel van de Europese Commissie moet nog door de lidstaten in de Raad worden aangenomen, na goedkeuring van het Europees Parlement. De LIBE-Commissie van het Europees Parlement zal stemmen over een tussentijds verslag over de oprichting van een Europees openbaar ministerie in maart 2014. Indien er geen unanimiteit kan worden bereikt in de Raad, dan voorzien de Verdragen in de mogelijkheid tot nauwere samenwerking bij toetreding van minimaal 9 lidstaten (artikel 86 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie).