Forensische ondersteuning helpt strafrechters
/Strafrechters hebben veel aan forensische ondersteuning bij het beoordelen van technisch bewijs. Dat blijkt uit een proef met de inzet van forensisch medewerkers bij drie rechtbanken. De resultaten zijn zo gunstig, dat overwogen wordt bij alle rechtbanken een forensisch medewerker aan te stellen.
Meer technisch bewijs
Technisch bewijs speelt een steeds grotere rol in strafprocessen, onder meer doordat de onderzoeksmogelijkheden de afgelopen jaren enorm zijn uitgebreid. Rechters moeten elk bewijsmiddel kritisch beoordelen en in het vonnis toelichten welke waarde eraan wordt toegekend. Maar met de technische mogelijkheden neemt ook het wetenschappelijke gehalte van de rapporten toe. Het wordt steeds moeilijker om onderzoeksrapporten van bijvoorbeeld het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) goed te doorgronden.
Alfatype
“De gemiddelde rechter is een alfatype”, zegt Elizabeth van As, strafrechter in Den Haag. “Forensisch onderzoek is voor ons vaak heel ingewikkeld. Dan is het fijn als verderop in de gang iemand zit met wie je even kunt sparren: wat betekent dit, en heb ik dat wel goed begrepen?” De forensisch medewerkers geven presentaties over bijvoorbeeld DNA-profielen, ze vatten wetenschappelijke rapportages bij het strafdossier helder samen en helpen rechters bij het opstellen van vragen aan deskundigen. “Je moet het rapport begrijpen om te weten welke aanvullende vragen je kunt stellen ”, zegt Van As. “Maar hoe je die vragen formuleert, is net zo belangrijk.”
Kennis uitbreiden
In de Agenda voor de Rechtspraak 2011-2014 is afgesproken dat de wetenschappelijke kennis wordt uitgebreid, zodat rechters en deskundigen elkaar beter begrijpen. Strafrechters en vertegenwoordigers van de Universiteit van Amsterdam hebben vorig jaar een proef uitgevoerd. Drie afgestudeerden van de masteropleiding Forensic science gingen twee dagen per week aan de slag bij de rechtbanken in Amsterdam, Den Haag en Midden-Nederland, om rechters en juridisch medewerkers te ondersteunen bij de beoordeling van forensische rapporten.
Hypotheses
Forensisch onderzoekers werken met hypotheses en geven daarbij de mate van waarschijnlijkheid aan, vertelt de rechter. “Het is handig om daarbij aan te sluiten. Stel: bloedsporen van een verdachte wijzen op zijn betrokkenheid bij een geweldsmisdrijf, maar hij beweert dat hij zich heeft gesneden tijdens het scheren. Als wij een onderzoeker vragen of dat laatste waar kan zijn, heb je kans op een vaag antwoord dat weer nieuwe vragen oproept. Formuleer je het plegen van het misdrijf en het scheerongelukje als hypotheses en vraag je hoe waarschijnlijk die zijn, dan is de kans op een bruikbaar antwoord veel groter.”
Efficiënt
Van As, die regelmatig cursussen volgt op forensisch gebied, heeft het afgelopen jaar op de werkvloer veel bijgeleerd over zaken als spraakherkenning, de werking van zendmasten, de analyse van schotresten op kleding en - vooral - DNA-profielen. “Die zijn zó ingewikkeld geworden door de technische vooruitgang. Als ik er uitgebreid voor ga zitten, kom ik er misschien wel uit. Maar wij moeten ons snel en efficiënt een weg banen in de dossiers. Het is dan handig als iemand de vertaalslag voor je maakt.” Ook op kleinere vragen, die ze niet zo gauw aan het NFI zou stellen, krijgt ze nu antwoord. “Dan blijkt dat bepaalde dingen niet zo moeilijk zijn als ze lijken. Het gevolg is dat ik nu kritischer naar rapportages kijk en doorvraag naar de achterliggende gedachtegang.”
Grens
De inzet van forensisch medewerkers roept ook vragen op. Staat het Wetboek van Strafvordering hun aanwezigheid wel toe? Worden rechters nu achter gesloten deuren beïnvloed door een deskundige, zonder dat de verdediging de kans krijgt vragen te stellen? De projectgroep benadrukt dat de ondersteuners geen deskundigen zijn, maar generalisten, die geen interpretaties geven van het forensische bewijs.. “Onze forensisch medewerker zorgt als het ware voor ondertiteling, maar trekt geen conclusies over de zaak en heeft ook niets te zoeken in de raadkamer”, zegt van As. “Die grens moet je streng bewaken. Als ik de uitleg over een forensisch onderwerp niet kan rijmen met de rest van het dossier, nodig ik een deskundige uit op de zitting en licht ik de advocaat in.”
Verlenging
De resultaten zijn zo gunstig, dat overwogen om te beginnen gedurende twee jaar bij alle rechtbanken een forensisch medewerker aan te stellen. Voordat daar een besluit over valt, worden het Openbaar Ministerie, het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), het Nederlands Register Gerechtelijke Deskundigen (NRGD) en de advocatuur geraadpleegd. De forensische ondersteuning op de rechtbanken in Amsterdam, Den Haag en Midden-Nederland is verlengd tot eind 2014. Ondertussen start een vergelijkbare proef bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Bron: de Rechtspraak