Geen advocaat bij verhoor leidt tot bewijsuitsluiting
/Rechtbank Midden-Nederland 28 januari 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:440 De verdachte in kwestie wordt verdacht van het plegen van ontuchtige handelingen met een 14-jarig meisje. De officier van justitie ziet reden om de verklaring die verdachte op 22 mei 2014 bij de politie heeft afgelegd van het bewijs uit te sluiten, omdat verdachte voorafgaand aan dat verhoor geen advocaat heeft geconsulteerd. Dit geldt niet voor de verklaring die verdachte op 23 mei 2014 bij de politie heeft afgelegd: voorafgaand aan dat verhoor had verdachte zijn advocaat wel geconsulteerd.
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een zodanig ernstig verzuim dat de verklaring die verdachte op 23 mei 2014 bij de politie heeft afgelegd ook van het bewijs moet worden uitgesloten.
Bij aanvang van het verhoor van verdachte op 23 mei 2014 hebben de verhorende verbalisanten de volgende tekst gelezen op een briefje dat zij van verdachte hadden gekregen: “ik heb mijn verklaring van gisteren 22 mei 2014 niet doorgelezen. Ik beroep mij voor het overige op mijn zwijgrecht zo lang mijn advocaat niet bij het verhoor aanwezig mag zijn”. Verdachte heeft dus uitdrukkelijk zijn wens kenbaar gemaakt dat zijn advocaat bij het verhoor aanwezig zou zijn. Ook de raadsman had gevraagd om bij het verhoor van 23 mei 2014 aanwezig te mogen zijn. Toestemming daarvoor is evenwel geweigerd. Gelet hierop, op de ernst van de verdenking en het belang van verdachte bij aanwezigheid van zijn advocaat bij zijn verhoor is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een zodanig ernstig verzuim dat de verklaring die verdachte op 23 mei 2014 bij de politie heeft afgelegd ook van het bewijs moet worden uitgesloten.
De rechtbank oordeelt dat de verdachte ontucht heeft gepleegd en veroordeelt de verdachte voor een gevangenisstraf van 91 dagen waarvan 90 voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uur.
Lees hier de volledige uitspraak.