Gevangenisstraf geëist tegen ‘mantelzorgers’

Een man en zijn vrouw, die als ‘mantelzorger’ voor een buurtbewoner hebben gezorgd hoorden vandaag gevangenisstraffen tegen zich eisen. Ze worden verdachte van diefstal of verduistering van veel geld van de inmiddels overleden man, van valsheid in geschrifte, van oplichting en van het nalaten van zorg die je van een mantelzorger mag verwachten. De officier van justitie eiste in deze ‘schrijnende zaak’ tegen beiden een jaar cel waarvan 3 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast moet het stel binnen 3 maanden de verduisterde €232.000 euro aan de notaris overmaken die de erfenis beheerd zodat het geld bij de goede personen terecht komt.

Het tweetal wordt verweten dat ze in 2013 en 2014 grote sommen geld van een alleenstaande oudere Middelburger  hebben opgenomen en gebruikt hebben voor zichzelf. Dat blijkt uit de vele opnames van vaak grote sommen geld. Ook wordt het tweetal verweten dat ze de handtekening van het slachtoffer vervalst hebben om geld over te maken.  Daarbij hebben ze twee banken opgelicht door zich voor te doen als het slachtoffer.

Maar wat het echtpaar het meest verweten wordt dat ze het slachtoffer in het geheel niet de zorg geboden hebben die van mantelzorgers verwacht mag worden. Na verschillende signalen vanuit de omgeving en instanties begon de zaak in 2015 te rollen. De politie trof het slachtoffer in erbarmelijke toestand aan, sterk vervuild en verwaarloosd. De agenten die ter plaatse kwamen: “In onze carrière bij de politie hadden wij zelden een dergelijk verwaarloosd huis gezien”. De officier van justitie: “Ouderen zijn vaak deels of volledig afhankelijk van anderen en daardoor kwetsbaar voor financiële uitbuiting. In Nederland zijn naar schatting 30.000 ouderen per jaar het slachtoffer van financieel misbruik of financiële uitbuiting. Het werkelijke cijfer ligt volgens deskundigen waarschijnlijk veel hoger. In 85% van de gevallen is de pleger een familielid. De laatste jaren neemt het aantal meldingen toe. Veel ouderen doen geen aangifte, omdat ze niet weten dat ze worden opgelicht, zich schamen of afhankelijk zijn van de oplichter.”

Bron: OM