Gevangenisstraffen in cybercrime onderzoek Server
/De rechtbank Rotterdam heeft afgelopen vrijdag vier verdachten veroordeeld tot gevangenisstraffen voor hun aandeel in het op grote schaal stelen van geld van bankrekeningen van nietsvermoedende slachtoffers (onderzoek Server). De methode laat zich als volgt samenvatten. Allereerst werden computers van rekeninghouders met een virus besmet. Op deze besmette computers kregen rekeninghouders een website te zien die heel erg leek op die van hun eigen bank.
Op deze nepwebsite moesten zij allerlei gegevens invullen. Met deze gegevens werden vervolgens sms-berichten verstuurd, die de slachtoffers verleidden tot het installeren van kwaadaardige software op hun smartphones.
Die software zorgde ervoor dat sms-berichten, waarin de bank autorisatiegegevens (TAN-codes) verstuurt naar de klant, ongemerkt werden afgevangen en doorgestuurd naar de daders. Eenmaal ingelogd op de banksite van het slachtoffer konden zij met die gegevens ongemerkt gelden overboeken.
De hierdoor gestolen gelden werden overgeboekt naar rekeningen van katvangers, naar wisselkantoren voor elektronisch geld (zoals bitcoins) en naar bedrijven, waar onder valse namen en adressen goederen werden besteld.
De rollen van de verdachten verschillen danig. Twee van de vier hebben een duidelijk groter aandeel gehad; zij waren medeverantwoordelijk voor het ontwikkelen van de kwaadaardige software. Twee anderen komen vooral in beeld bij het innen van de overgeboekte gelden. Alle verdachten hebben niet alleen geldbedragen gestolen, maar ook ondersteunende misdrijven gepleegd als (pogingen tot) oplichting, valsheid in geschrift of computervredebreuk.
De opgelegde gevangenis¬straffen zijn lager dan de straffen die de officier van justitie heeft geëist. Met name de jeugdige leeftijd van de verdachten heeft hierbij een rol gespeeld. Ook het feit dat geen van de verdachten eerder voor dit soort feiten was veroordeeld, heeft strafmatigend gewerkt. De opgelegde gevangenisstraffen bedragen 39 maanden, 36 maanden, 24 maanden en 24 maanden; van elk van deze straffen zijn telkens 6 maanden voorwaardelijk opgelegd.
- Rechtbank Rotterdam 2 oktober 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:7038
- Rechtbank Rotterdam 2 oktober 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:7039
- Rechtbank Rotterdam 2 oktober 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:7044
- Rechtbank Rotterdam 2 oktober 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:7041