Gevangenisstraffen voor bestuurder en eigenaar Amsterdams trustkantoor
/Rechtbank Amsterdam 10 december 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:8767, ECLI:NL:RBAMS:2018:8770, ECLI:NL:RBAMS:2018:8778 en ECLI:NL:RBAMS:2018:8786
Een voormalige eigenaar van trustkantoor Caute Management krijgt 36 maanden gevangenisstraf en een voormalige bestuurder krijgt 1 jaar gevangenisstraf (waarvan 6 maanden voorwaardelijk) en 240 uur werkstrafvoor het jarenlang opzetten en gebruiken van schijnconstructies waarmee zij fiscale fraude en corruptie faciliteerden. De rechtbank vindt ook bewezen dat de mannen door hun werkwijze hebben deelgenomen aan een criminele organisatie. De oud-eigenaar wordt bovendien gezien als leidinggever aan die organisatie: dat is een strafverzwarende omstandigheid.
Wegsluizen
De mannen stroomden – met valse overeenkomsten en facturen – gelden door naar bankrekeningen in Monaco of Zwitserland. Die bankrekeningen stonden op naam van offshores in belastingparadijzen met een fiscaal gunstig klimaat, een bankgeheim en afwezigheid van een publicatieplicht. Daarmee sluisden zij winsten van Europese ondernemingen buiten het zicht van de fiscale autoriteiten weg naar (in de meeste gevallen) de eigenaren van die ondernemingen.
Verkeerde voorstelling
Bij deze constructies ging het niet om reguliere trustwerkzaamheden en evenmin om structuren die in de trustsector gebruikelijk waren. Aan geen enkele structuur uit de ten laste gelegde dossiers lag een deskundig fiscaal advies ten grondslag. Evenmin vroeg het trustkantoor om zogenoemde rulings aan de Belastingdienst, op basis waarvan multinationals vooraf zekerheid krijgen over de wijze waarop hun doelvennootschappen naar Nederlands fiscaal recht zullen worden belast. In plaats daarvan werd er bewust een verkeerde voorstelling van zaken gegeven om de geldstromen te rechtvaardigen. Hoewel de rechtbank niet precies heeft kunnen becijferen voor hoeveel geld hiermee is gefraudeerd, staat wel vast dat het om zeer aanzienlijke bedragen gaat.
Vertrouwen geschaad
De mannen hebben grote schade toegebracht aan het vertrouwen in de financiële sector waarin zij werkzaam waren. Juist aan dat vertrouwen ontleent die sector in het maatschappelijk en het handelsverkeer haar meerwaarde. Van de trustsector wordt verwacht dat niet alleen aan formele verplichtingen wordt voldaan, maar dat de mensen die er werken ervoor zorgen dat die sector verschoond blijft van dergelijk misbruik. Bovendien zorgt dit handelen voor concurrentievervalsing ten opzichte van trustkantoren die wel voldoen aan de strenge vereisten en zorgplichten en onder toezicht van DNB staan. Dat er destijds nog geen vergunningsverplichting gold voor de handelstak waar de werkzaamheden plaatsvinden, doet daar niet aan af. Een financiële instelling dient integer te handelen. Ook al hebben de mannen de fraude misschien niet geïnitieerd, zij hebben als bestuurder en eigenaar van de ondernemingen besloten de fraude in stand te houden.
Lees hier de volledige uitspraken: