Gevangenisstraffen voor echtpaar wegens jarenlange uitkeringsfraude, oplichting en witwassen. Rb: onderhavige strafzaak overstijgt qua ernst de meeste oplichtingszaken.

Rechtbank Limburg 9 augustus 2016, ECLI:NL:RBLIM:2016:6930 en Rechtbank Limburg 9 augustus 2016, ECLI:NL:RBLIM:2016:6924

De rechtbank heeft een 57-jarige man en een 49-jarige vrouw veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen wegens jarenlange uitkeringsfraude, chantage, oplichting en witwassen. Het echtpaar heeft zich aan jarenlange uitkeringsfraude schuldig gemaakt. Zij ontvingen een bijstandsuitkering, maar verzwegen op de rechtmatigheidsformulieren dat zij wel degelijk inkomsten hadden. Die inkomsten ontvingen zij uit de overige, door hen gepleegde strafbare feiten.

Het echtpaar adverteerde op diverse (seks)sites waarbij men zei op zoek te zijn naar een huisvriend, voor seks, maar ook voor financiële hulp. Nadat het eerste contact was gelegd, werd de mannen die reageerden om financiële hulp gevraagd. Ze werden bewogen om grote bedragen over te maken doordat hen ofwel een zielig verhaal op de mouw werd gespeld ofwel doordat zij gechanteerd werden. Het ging daarbij niet om honderden euro’s die werden overgemaakt, maar om tienduizenden euro’s. Een van de slachtoffers heeft het zelfs tweeënhalve ton gekost, een bedrag waar wel uit spreekt tot welke wanhoop de verdachten deze man hebben gedreven.

Strafoplegging

Hoewel de rechtbank niet alle tenlastegelegde oplichtingen heeft kunnen bewijzen, staat vast dat het echtpaar er een ronduit parasitaire levensstijl op nahield. Om een luxe leven te leiden vol met luxegoederen, wekelijkse diverse etentjes in (top)restaurants en andersoortige uitspattingen, zijn zij niets en niemand ontziend te werk gegaan.

De rechtbank stelt voorop dat onderhavige strafzaak qua ernst de meeste oplichtingszaken ver overstijgt. De verdachten hebben niets en niemand ontziend om een luxe leven te leiden. De meeste mensen moeten hard werken om een dergelijke levensstijl erop na te kunnen houden, maar daar voelden de verdachten zich kennelijk te goed voor.

De officier van justitie vergeleek de verdachte met een parasiet of een bloedzuiger, in de zin van een uitbuiter en iemand die op kosten van anderen leeft. De rechtbank kan niet anders concluderen dan dat deze vergelijking zeer passend is.

Voor de bewezenverklaarde feiten legt de rechtbank zes jaar en zes maanden gevangenisstraf aan de mannelijke verdachte op en vijf jaar en zes maanden gevangenisstraf aan de vrouwelijke verdachte. Het verschil wordt verklaard door het feit dat de rechtbank bewezen acht dat de man de kwade genius was en de vrouw verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht vanwege haar verstandelijke beperking en haar afhankelijke persoonlijkheidsstoornis.

De rechtbank legt hiermee een hogere straf op dan door de officier van justitie is ge-eist. Dit doet de rechtbank omdat zij die eis onvoldoende recht vindt doen aan de ernst van de zaak en de persoon van de verdachte. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren resp. een gevangenisstraf van vijf jaar.

Schadevergoeding

Ook worden zij veroordeeld tot terugbetaling van het onterecht ontvangen bedrag aan bijstandsuitkering en tot terugbetaling van de bedragen die zij door chantage en oplichting van hun slachtoffers afhandig hebben gemaakt. Om te bevorderen dat deze schade ook daadwerkelijk wordt vergoed, heeft de rechtbank besloten tot oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dat betekent dat de staat zich hard zal maken voor de inning van de bedragen ten behoeve van de slachtoffers en daarbij de verdachten vast kan zetten als zij niet betalen.

 

Lees hier de volledige uitspraken:

 

Print Friendly and PDF ^