Harsco Metals Holland BV in het ongelijk gesteld door bestuursrechter

Rechtbank Noord-Holland 30 september 2019, ECLI:NL:RBNHO:2019:8069

De bestuursrechter heeft beslist dat Gedeputeerde Staten Noord-Holland Harsco terecht twee keren op de vingers heeft getikt omdat er bij het kiepen van slakken in slakputten telkens stofemissies op meer dan 2 meter afstand van die put zichtbaar waren.

Achtergrond

Harsco Metals Holland BV, een bedrijf op het terrein van Tata Steel, ontvangt en verwerkt de slakken die een restproduct zijn van het proces waarbij Tata Steel staal van ruwijzer maakt.  Aan Harsco is hiervoor in 2009, op onderdelen gewijzigd in 2010, een milieuvergunning verleend. In voorschrift 4.2.4 is bepaald dat er, in geval van handelingen bij opslag van slakken, zoals het verwijderen en transporteren van slakken, geen visueel waarneembare stofemissie vanaf 2 meter van die opslag mag plaatsvinden. In mei 2014 heeft Gedeputeerde Staten Noord-Holland Harsco bericht dat het Activiteitenbesluit Milieubeheer per 1 januari 2013 van toepassing is op een aantal activiteiten van Harsco. De tekst is enigszins anders geformuleerd dan in voorschrift 4.2.4.

Procedure

GS Noord-Holland heeft vanaf december 2016 een 30-tal overtredingen van dit voorschrift geconstateerd en bij besluit van 19 oktober 2018 Harsco gelast deze overtredingen vóór 1 november 2018 te beëindigen, en herhaling te voorkomen (Besluit I). Op 21 mei 2019 heeft Gedeputeerde Staten Noord-Holland een Invorderingsbesluit genomen: vanwege de 30 overtredingen verbeurt Harsco de maximale dwangsom van 150.000,- euro.

Op 23 januari 2019 heeft Gedeputeerde Staten Noord-Holland Besluit II genomen. Harsco wordt wederom gelast overtredingen te beëindigen en herhaling te voorkomen, zodat bij het kiepen van de slakken geen stofverspreiding plaatsvindt die buiten een afstand van 2 meter nog zichtbaar is.  Nu wordt de maximale dwangsom van 300.000,- euro verbeurd. Er is geen termijn voor herstel (begunstigingstermijn) gegeven. Harsco heeft uiteindelijk in verband met beide besluiten beroep ingesteld.

Oordeel rechtbank

De rechtbank bespreekt in haar uitspraak eerst of het Activiteitenbesluit Milieubeheer van toepassing is, of dat nog steeds vergunningvoorschrift 4.2.4 geldt. Gelet op de formuleringen in beide voorschriften en de gang van zaken bij het kiepen van slakken in slakputten, als onderdeel van de verwerking van de slakken door Harsco, oordeelt de rechtbank dat nog steeds voorschrift 4.2.4 toegepast moet worden.  Vervolgens constateert de rechtbank dat de aanwezigheid van de slakken in de slakputten als opslag in de zin van dat voorschrift kan worden gezien, ook al is die opslag tijdelijk. Niet ter discussie staat dat er voorafgaand aan Besluit I bij het kiepen stofemissies hebben plaatsgevonden in strijd met dit voorschrift. Gedeputeerde Staten Noord-Holland was dus bevoegd en ook verplicht te handhaven.

De rechtbank vindt de termijn van 8 dagen (Besluit I) voor Harsco om de last uit te voeren, niet te kort. Van belang is slechts of binnen die termijn aan de last kan worden voldaan, niet of de overtreder dat bedrijfseconomisch zo gunstig mogelijk kan doen. Harsco heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat de maatregelen die Gedeputeerde Staten Noord-Holland heeft genoemd, zoals rustig kiepen op lage hoogte, op andere wijze kiepen, niet het gewenste effect zouden hebben. Bij een 2e keer hoeft de overtreder geen termijn voor herstel meer geboden te worden. De dwangsommen zijn terecht verbeurd, ook de hoogte van de dwangsommen vindt de rechtbank in redelijke verhouding staan tot de zwaarte van de overtreding  en de beoogde werking. De gevolgen van de overtreding voor de omgeving kunnen immers ernstig zijn.

De rechtbank heeft Tata Steel en Stichting Dorpsraad Wijk aan Zee als belanghebbenden bij beide Besluiten in de procedure toegelaten. IJmondig werd gezien hun oprichtingsdatum alleen als belanghebbende bij Besluit II gezien.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^