Hoge Raad wijst herzieningsverzoek dienstweigeraars Nederlands-Indië af
/De Hoge Raad wijst het herzieningsverzoek af van twee militairen die in de jaren vijftig werden veroordeeld wegens het weigeren van dienst. De militairen waren opgeroepen om te vechten in voormalig Nederlands-Indië waar Nederland politionele acties uitvoerde. Ze werden veroordeeld tot 3,5 en 2 jaar gevangenisstraf.
De Hoge Raad wijst er op dat de wet destijds voorzag in een uitputtende regeling voor gewetensbezwaarden. Het bestaan van die regeling maakt dat er geen ruimte is voor andere strafuitsluitingsgronden dan die in de regeling waren opgenomen.
Verder merkt de Hoge Raad op dat (gewijzigde) maatschappelijke opvattingen over de strafwaardigheid van gedragingen waarvoor de rechter onherroepelijk heeft veroordeeld geen grond voor herziening kunnen zijn. Als de samenleving vindt dat de gevolgen van een dergelijke veroordeling moeten worden rechtgezet, is het niet aan de herzieningsrechter maar aan de politiek om daaraan al dan niet gevolg te geven.