In buitenland verkregen bewijs toegestaan in bestuursrechtelijke procedure
/De gemeenten en de Sociale verzekeringsbank (Svb) mochten in Turkije verkregen bewijs van verzwegen onroerend goed in Turkije gebruiken om bijstand in te trekken en terug te vorderen. Dat heeft de Centrale Raad vanBeroep (CRvB) geoordeeld in 4 uitspraken van 1 oktober 2018.
Onderzoek naar vermogen
In de vier zaken gaat het om mensen die een vorm van bijstand ontvingen. Bijstandsverlenende instanties mogen controleren of bijstandsgerechtigden volledige en juiste inlichtingen hebben verstrekt over hun inkomen en vermogen. Zij mogen daartoe, ook in het buitenland, onderzoek instellen. In deze zaken is door de gemeenten en de Svb in Turkije onderzoek gedaan naar in dat land gelegen onroerend goed. De uitkomsten van die onderzoeken waren in alle gevallen reden om de bijstand in te trekken en terug te vorderen. De rechtbanken hebben in alle zaken geoordeeld dat dit mocht. Betrokkenen zijn tegen de uitspraken van de rechtbanken in hoger beroepgegaan bij de CRvB.
Nederlands recht beslissend
De CRvB heeft geoordeeld dat Nederlands recht, waaronder verdragenrecht, beslissend is voor de vraag of door Nederlandse gemeenten en de Svb in het buitenland verkregen bewijs mag worden gebruikt in een bestuursrechtelijke procedure over bijstand. Volgens de Nederlandse regels doet niet ter zake of de Turkse regels correct zijn toegepast bij het onderzoek naar verzwegen onroerend goed. Gemeten naar de Nederlandse regels is in deze zaken het bewijs rechtmatig verkregen. Het privéleven van betrokkenen was niet geschonden, zij konden dat bewijs aanvechten en het is niet op onbehoorlijke wijze verkregen. De gemeenten en de Svb mochten het bewijs daarom gebruiken.
Gemeente mocht bewijs Svb gebruiken
In één van de vier zaken wordt de vraag beantwoord of een gemeente gebruik mocht maken van door de Svb aan de gemeente gegeven informatie. Het ging daarbij om door de Svb in Turkije verricht onderzoek, dat volgens de betrokkenen onrechtmatig was. De CRvB oordeelt dat de rechter eerst moet beoordelen of de Svb het bewijs rechtmatig heeft verkregen. Bij onrechtmatigheid van dat bewijs geldt dat de gemeente dit slechts in uitzonderlijke gevallen niet mag gebruiken. Om te bepalen wat zo’n uitzonderlijk geval is sluit de CRvB aan bij het indruis-criterium, dat is ontleend aan rechtspraak van de Hoge Raad. Het indruis-criterium komt er in dit geval op neer dat door de gemeente ontvangen informatie van de Svb ontoelaatbaar is in de procedure bij de gemeente, als de wijze waarop de Svb die informatie heeft verkregen zozeer indruist tegen wat van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht dat gebruik van dit bewijsonder alle omstandigheden is uitgesloten. In dit geval is niet komen vast te staan dat het bewijs van de Svb onrechtmatig is. De gemeente mocht het bewijs van de Svb hoe dan ook gebruiken.
Lees hier de volledige uitspraken: