Kamervragen over opnieuw fraude in de zorg
/Door Kamerlid Leijten (SP) zijn kamervragen gesteld over het bericht dat er opnieuw is gefraudeerd in de thuiszorg (onder meer ‘Onderzoek naar fraude thuiszorgorganisatie’ in De Telegraaf van 14 juni 2013 en ‘Megafraude in thuiszorg’ in het AD van 15 juni 2013.
Hij vraagt zich of hoe het mogelijk is dat een thuiszorgorganisatie twee jaar lang meer uren thuiszorg declareerde en te hoge tarieven in rekening bracht, zonder dat het opgemerkt werd door het zorgkantoor en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Hij vindt het schokkend dat de fraude pas aan het licht kwam bij een overname van de betreffende organisatie.
Van Rijn, Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, antwoordt dat momenteel door de FIOD wordt onderzocht wat zich heeft voorgedaan bij de thuiszorgorganisatie waarop gedoeld wordt. Gedurende dit onderzoek kan Van Rijn inhoudelijk niet ingaan op deze specifieke zaak, maar in zijn algemeenheid geldt dat de NZa toezicht houdt op de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de uitvoering van de AWBZ. In die hoedanigheid houdt zij er toezicht op dat de zorgkantoren hun werk naar behoren uitvoeren en dat zorgaanbieders zich aan hun wettelijke verplichtingen houden. Over het toezicht op de zorgkantoren rapporteert de NZA in jaarlijkse uitvoeringsverslagen. Het toezicht op zorgaanbieders vindt plaats via het zogenaamde signaaltoezicht. Dat betekent dat de NZa signalen die zij krijgt volgens een eigen procedure weegt en beziet wat ermee moet gebeuren. De NZa controleert dus niet zelf alle jaarrekeningen van aanbieders en welke tarieven zij hanteren. Als een signaal over vermeende fraude binnen komt, is er voor NZa mogelijk aanleiding om daar onderzoek naar te doen. Dat is echter allereerst de verantwoordelijkheid van het zorgkantoor. De NZa houdt ten aanzien van de continuïteit van aanbieders toezicht op de zorgplicht van zorgkantoren. Zorgkantoren zijn verantwoordelijk voor continuïteit van zorg. Indien de continuïteit van zorg in het geding is, kan de NZa het zorgkantoor daarop aanspreken.
Het voorkomen en opsporen van zorgfraude acht Van Rijn van groot belang. Een goede samenwerking tussen de betrokken partijen is daarbij noodzakelijk. Hiertoe heeft de Minister dit voorjaar een samenwerkingsconvenant afgesloten met partijen die van belang zijn bij de zorgfraudebestrijding. Dat zijn behalve de NZa en ZN, ook het CIZ, de IGZ, de FIOD, de Inspectie SZW, de Belastingdienst en het OM. Hierbij is ook de taskforce integriteit zorgsector in het leven geroepen. Door krachten te bundelen, kan deze taskforce effectiever en efficiënter optreden tegen zorgfraude. De samenwerking heeft de afgelopen jaren al tot diverse resultaten geleid (zoals de instelling van het fraudeverzamelpunt bij de NZa, afspraken over wie welke fraudesignalen oppakt en over welke informatie met wie gedeeld mag worden) en krijgt door de taskforce integriteit zorgsector een extra impuls. Zo richten de convenantpartijen momenteel een projectorganisatie in voor het gezamenlijk analyseren, opwerken en aanpakken van zorgfraude: het expertisecentrum zorgfraude bestrijding (EZB).