Kansspelautoriteit moet opnieuw beslissen over toelaatbaarheid monopolie voor lotto's
/Raad van State 2 mei 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1466 en ECLI:NL:RVS:2018:1467
De Kansspelautoriteit moet beter motiveren waarom zij voor het organiseren van lotto's slechts één vergunning verleent, terwijl zo'n beperking in het aantal vergunningen niet geldt voor het organiseren van goededoelenloterijen. Voor het risico op gokverslaving bestaan tussen lotto's en goededoelenloterijen geen grote verschillen.
Dit blijkt uit twee uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (2 mei 2018). Dit betekent dat de Kansspelautoriteit over de vergunning die Lotto B.V. kreeg voor het organiseren van lotto's opnieuw moet beslissen. De vergunningen die Lotto B.V. kreeg voor het organiseren van sportprijsvragen en instantloterijen blijven wel in stand.
Achtergrond
Om criminaliteit tegen te gaan, gokverslaving te voorkomen en consumenten te beschermen geldt in Nederland een éénvergunningstelsel voor het organiseren van lotto's, sportprijsvragen en instantloterijen. De Kansspelautoriteit heeft de vergunningen voor deze kansspelen onderhands verleend aan Lotto B.V. Andere kansspelbedrijven visten daardoor achter het net. Zij vinden dat niet terecht. Volgens hen beperken het éénvergunningstelsel en de onderhandse verlening onnodig het Europese vrije dienstenverkeer. Zo wijzen ze erop dat voor andere kansspelen, zoals speelautomaten en goededoelenloterijen, wel meer vergunningen beschikbaar zijn.
Eénvergunningstelsel
Hoewel het éénvergunningstelsel het Europese vrije verkeer van diensten beperkt, kan zo'n beperking gerechtvaardigd zijn vanwege de doelstellingen van het Nederlandse kansspelbeleid. Het stelsel mag in zo'n geval geen onderscheid naar nationaliteit maken en de beperking van het vrije dienstenverkeer moet evenredig zijn met de doelstellingen van het kansspelbeleid. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft daarbij getoetst aan de eis van 'horizontale consistentie'. Dat houdt in dat uit een vergelijking tussen de verschillende kansspelen en de daarvoor geldende stelsels blijkt dat de doelen van het kansspelbeleid "op coherente en systematische wijze worden nagestreefd".
Eénvergunningstelsel is mogelijk niet toelaatbaar voor lotto's …
Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak moet de Kansspelautoriteit in een nieuw besluit beter motiveren waarom zij een éénvergunningstelsel hanteert voor lotto's, terwijl zo'n beperking in het aantal vergunningen niet geldt voor goededoelenloterijen. Tussen lotto's en goededoelenloterijen bestaan geen grote verschillen, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak. Het onderscheid in vergunningstelsels dat voor deze kansspelen wordt gemaakt, is daarom mogelijk niet 'horizontaal consistent'.
… maar wel voor sportprijsvragen en instantloterijen
Bij sportprijsvragen en instantloterijen ligt dat anders. Deze verschillen naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak zodanig van goededoelenloterijen en speelautomaten dat het gerechtvaardigd is dat voor sportprijsvragen en instantloterijen slechts één vergunning wordt verleend.
Volledige tekst van de uitspraken: