Kijken in de meterkast door een Enexis medewerker in het kader van een hennepplantage onder auspiciën van de politie, is aan te merken als een doorzoeking
/Rechtbank Limburg 12 juni 2013, ECLI:NL:RBLIM:2013:4001
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het telen van hennep in een pand, waarbij 221 hennepplanten en 72069 gram henneptoppen zijn aangetroffen. Daarnaast zijn er 770 bloempotten aangetroffen gevuld met potgrond en steenwol. Verdachte heeft het hele pand omgebouwd en ingericht tot hennepkwekerij. Hij liet dames aanvoeren in een bus met geblindeerde ramen om hennepplanten te knippen die hij naar eigen zeggen ‘bestelde’ bij de growshops. Daarnaast heeft verdachte in die periode de stroom voor de plantage illegaal verkregen door een illegale stroomaansluiting buiten de elektriciteitsmeter om tot stand te brengen.
Ten aanzien van het ten laste gelegde onder 2 (diefstal) heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de bevindingen van de verbalisanten van het bewijs moet worden uitgesloten, omdat verbalisanten de betreffende elektriciteitsmeter hebben aangetroffen nadat zij een kast hadden geopend. Het openen van een kast valt niet onder “zoekend rondkijken”, maar moet gerangschikt worden onder het begrip ”doorzoeking”. Tot een doorzoeking waren de verbalisanten echter niet bevoegd.
Met betrekking tot het door de raadsvrouw gevoerde verweer stelt de rechtbank voorop dat een machtiging binnentreden conform vaste jurisprudentie slechts een bevoegdheid tot “zoekend rondkijken” geeft en niet tot “doorzoeken”.
Verdachte heeft ter terechtzitting desgevraagd aangegeven dat de meterkast gesloten was. Uit het dossier blijkt niet dat de verbalisanten toen zij zich toegang tot de elektriciteitsmeter hebben verschaft, door het openen van de meterkastdeur, verschoonbaar in de veronderstelling verkeerden zich toegang te verschaffen tot een andere ruimte in het pand.
De rechtbank is van oordeel dat de verbalisanten, door deze kastdeur te openen, verder zijn gegaan dan “zoekend rondkijken” en zodoende hun bevoegdheden hebben overschreden. De rechtbank stelt, gelet op vorenstaande, vast dat er aldus sprake is van een vormverzuim. Bij de beantwoording van de vraag welk gevolg dit verzuim moet hebben, is onder andere van belang of en in hoeverre de verdachte door het verzuim daadwerkelijk in zijn verdediging is geschaad.
De rechtbank overweegt in dat kader dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat verbalisanten van hem toestemming hadden gekregen om de meterkast te openen indien zij daarom hadden gevraagd. Derhalve is hij door het verzuim niet geschonden in de belangen welke de overtreden norm – te weten de belangen van de bewoner – beoogt te beschermen.
De rechtbank volstaat daarom met de constatering van de onrechtmatigheid van de bewijsgaring, zonder daar verder gevolgen aan te verbinden. Hetgeen na opening van de kastdeur door de verbalisanten en de fraude-inspecteur van Enexis B.V. is waargenomen kan worden gebruikt voor het bewijs.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 1 maart 2012 tot en met 1 maart 2013 te Maasbracht stroom heeft gestolen.
Lees hier de volledige uitspraak.