Klaagschrift beslag gegrond verklaard wegens gebrek aan voortvarendheid behandeling hoofdzaak door OM

Rechtbank Overijssel 26 juni 2013, ECLI:NL:RBOVE:2013:1239

De raadsman stelt zich op het standpunt dat de rechtbank bij beschikking van 5 december 2012 heeft bepaald dat zich niet het geval voordoet dat buiten redelijke twijfel is dat belanghebbende als eigenaar van de auto moet worden aangemerkt, zodat de rechtbank daarmee impliciet heeft geoordeeld dat het strafvorderlijk belang zich niet tegen teruggave verzet.

Klager was ten tijde van de inbeslagname houder en dus bezitter van de auto, waardoor hij geacht wordt eigenaar te zijn.

Het standpunt van de officier van justitie luidt samengevat dat het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave en dat het klaagschrift ongegrond dient te worden verklaard. De inbeslagneming is rechtmatig, klager is recidivist op het gebied van het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs en ter zitting zal te zijner tijd de verbeurdverklaring van de auto worden gevorderd.

De belanghebbende stelt dat de auto op zijn naam staat en hij, ondanks het rustende beslag op de auto, de verkoopprijs inmiddels heeft voldaan aan klager.

Beoordeling

Op 14 juni 2012 rijdt klager in de auto over de Rijksweg A35 te Enschede. Blijkens het proces-verbaal van de politie zou de auto volgens het CBR register te naam zijn gesteld van klager en zou klager beschikken over een ongeldig verklaard rijbewijs.

Op grond van vorenstaande is op 14 juni 2012 op grond van artikel 94 Sv onder klager beslag gelegd op de auto.

Het proces-verbaal, opgemaakt op 12 juli 2012, is op 16 augustus 2012 ten parkette binnengekomen. Wegens het ontbreken van een parketnummer op de omslag van de zaak en op de stukken die zich in het dossier van klager en van belanghebbende bevinden, moet het ervoor worden gehouden dat deze zaak niet is ingeschreven op het parket.

Inmiddels zijn bijna twaalf maanden verstreken sedert de inbeslagname van de auto.

Nadat op 5 december 2012 al tevergeefs aan de officier van justitie was gevraagd om een zittingsdatum, is ook op dit moment nog geen zicht op de inhoudelijke behandeling van de zaak waarin de inbeslagname is gedaan.

Uit de voorliggende stukken moet geconcludeerd worden dat de zaak nog immer niet is ingeschreven op het parket. Op welke wijze ten parkette controle plaatsvindt op de voortgang van de zaak is om die reden onduidelijk. In casu betreft het een zeer eenvoudige zaak met een uiterst summier proces-verbaal. Gelet op die omstandigheid én op het ontbreken van een parketnummer lijkt het erop dat - nu de zaak nog steeds stilligt - er geen enkele controle plaatsvindt. Het openbaar ministerie heeft gesteld dat het belang van strafvordering zich tegen teruggave verzet, met als onderbouwing dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van de auto zal bevelen.

Nu een jaar na het geconstateerde feit er nog geen sprake is van een zittingsdatum en er op dit moment zelfs nog geen inschrijving van de zaak heeft plaatsgevonden, kan niet gezegd worden dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring zal bevelen. Het bezwaarschrift wordt om die reden gegrond verklaard en de rechtbank gelast de teruggave van de auto aan beslagene.

De rechtbank verklaart het klaagschrift gegrond en gelast de teruggave van de in beslag genomen auto aan klager.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^