Kleinschalig bewijzen, grootschalig bestraffen?

In het strafproces probeert men efficiënt om te gaan met grote onderzoeken. Bij vermeend grootschalige belastingfraude vertaalt zich dit regelmatig in een tenlastelegging waarin slechts een selectie van vermoedelijk onjuiste belastingaangiften wordt opgenomen. Vervolgens betrekt het OM dan het veronderstelde grootschalige karakter van de fraude in de strafmaat. De overige belastingaangiften worden gezien als ‘omstandigheden waaronder’ het strafbare feit is begaan.

Belangrijk hierbij is dat het verondersteld fiscaal nadeel van het geheel aan de aangiften dan als oriëntatiepunt geldt voor de strafmaat. En een hoger fiscaal nadeel is een hogere straf. Dat klemt, omdat het opzet en de onjuistheid ten aanzien van deze overige aangiften niet door het OM bewezen hoeven te worden maar in feite wel volwaardig worden afgedaan.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^