Leestip: Zwijgen in het bestuurlijke boeterecht

Met de inwerkingtreding van de vierde tranche Awb is voorzien in een juridisch kader voor de toepassing van bestuurlijke boetes. Vanuit het oogpunt van rechtsbescherming verdient de regeling van het zwijgrecht – als fundamenteel verdedigingsrecht – bijzondere aandacht. Het bestuursrechte- lijk zwijgrecht is gesitueerd in een ‘spanningsveld’ tussen controle en opsporing en kan in gedrang komen door de medewerkingsplicht in de controlefase.

In dit boek onderzoekt mr. Azad Zeeman, senior juridisch medewerker bij de Rechtbank Haarlem, in hoeverre de regeling van het zwijgrecht in de vierde tranche Awb voldoet aan de rechtswaarborgen van het door art. 6 EVRM beschermde nemo tenetur-beginsel. Hij beschrijft de reikwijdte van nemo tenetur, hoe de hoogste Nederlandse rechters het nemo tenetur-beginsel hanteren en hoe de nationale jurisprudentie zich verhoudt tot die van het EHRM. Kern van het boek betreft de wijze waarop de wetgever het bestuursrechtelijk zwijgrecht heeft vormgegeven, tegen de achtergrond van de ‘sfeerovergang’ en ‘sfeercumulatie’.

De auteur constateert dat de visie van de wetgever ter zake van nemo tenetur veel beperkter is dan op basis van de EHRM-jurisprudentie valt af te leiden. Hij stelt voor om in het bestuursrecht een equivalent van het strafrechtelijk verdachte-begrip te introduceren.

Auteur: mr. Azad Zeeman

Januari 2012 100 pagina’s € 26,50 ISBN 978-90-8863-081-1

Klik hier om het boek te bestellen via Celsus juridische uitgeverij.

Print Friendly and PDF ^