Minister Grapperhaus: hoge transacties en ontnemingsschikkingen krijgen een rechterlijke toetsing
/Op 19 december heeft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer een brief gestuurd in reactie op de evaluatie van de Wet OM-afdoening.
Hij heeft zijn beleidsreactie aangegrepen om in te gaan op de regeling en toepassing van de zogeheten hoge en bijzondere transacties (Aanwijzing hoge en bijzondere transacties, Stcrt. 2008, 209). De afgelopen jaren is onder meer naar aanleiding van opmerkingen vanuit de Raad voor de rechtspraak en Transparency International, wetenschappelijke publicaties, en een Zembla-uitzending over dit onderwerp, door de Kamer meermaals aandacht gevraagd voor verschillende aspecten van buitengerechtelijke afdoeningsvormen. Dit betrof onder andere de controle op het proces dat voorafgaat aan de totstandkoming van een hoge of bijzondere transactie, de rechtsbescherming waaronder begrepen rechterlijke betrokkenheid bij de afdoening, de vergroting van de transparantie en twijfels bij het gebruik van bijzondere transacties met natuurlijke personen.
Voor hoge transacties ziet de minister een blijvende plek.
De totstandkoming van een hoge transactie speelt zich af buiten de openbaarheid. Of een dergelijke transactie rechtmatig en passend/proportioneel is wordt thans niet getoetst door een rechter. Gelet hierop en de onlangs aangenomen motie ten aanzien van het ontbreken van een rechterlijke toets op hoge en bijzondere transacties ziet de minister aanleiding om de regeling van die rechterlijke betrokkenheid bij het proces van deze transacties te overwegen.
Een van de aanbevelingen van de onderzoekscommissie ontnemingsschikking ziet op het bezien of een rechterlijke toets van ontnemingsschikkingen wenselijk is. In het licht van de overeenkomsten tussen een hoge transactie met een grote ontnemingscomponent en de ontnemingsschikking – voor wat betreft de externe controle op de totstandkoming daarvan – heeft het volgens de minister voorkeur de toetsingsprocedure voor beide instrumenten zoveel mogelijk op elkaar te laten aansluiten.
De hoge transacties krijgen, in het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering, een expliciete regeling in dat wetboek. Onderdeel van dat voorstel zal rechterlijke betrokkenheid bij de buitengerechtelijke afdoening zijn. In samenspraak met het openbaar ministerie en de rechtspraak wordt hiervoor bij de hoge transacties de komende periode een regeling uitgewerkt.
In zijn beleidsreactie heeft de minister alvast enkele contouren aangegeven die van belang zijn bij het vormgeven van een rechterlijke toets bij hoge transacties:
Een rechterlijke toets zal worden uitgewerkt in enkel zaken waarin het openbaar ministerie – met inachtneming van de Aanwijzing hoge transacties en bijzondere transacties – een hoge transactie treft.
Voor die rechterlijke toetsing kan een besloten raadkamerprocedure worden geïntroduceerd waarbij de partijen (het openbaar ministerie en de verdachte) worden gehoord.
Voor deze procedure zou verplichte rechtsbijstand moeten gelden.
De rechter toetst de transactie marginaal naar onder andere aanwezigheid van voldoende bewijs, het proces van de totstandkoming van de transactie en de conformiteit met de voorwaarden aan een hoge transactie.
Van belang is dat de rechter over voldoende informatie beschikt om uitvoering te kunnen geven aan zijn toets. Dit zou kunnen betekenen dat de rechter marginaal toetst op basis van de informatie die door het openbaar ministerie is aangeleverd, en dat hij daarbij zelf geen nader onderzoek verricht.
Het ligt in de rede dat het eindresultaat van de rechterlijke toets wordt gepubliceerd. Daarbij kan worden gedacht aan publicatie voor welke feiten er na rechterlijke toetsing is getransigeerd. Ten aanzien van de ontnemingsschikking kan een vergelijkbare procedure worden ingericht. De vormgeving van een dergelijke procedure zal ik meenemen bij de totstandkoming van de beschreven rechterlijke toets.
Vooruitlopend op deze wettelijke regeling zal de Aanwijzing hoge en bijzondere transacties door het openbaar ministerie in lijn worden gebracht met de staande praktijk op het gebied van transparantie.