Uitvoering fraudewet moet beter

Fraude in de sociale zekerheid moet worden aangepakt. Daar zijn Kamer en minister het over eens. De fraudewet biedt daarvoor een stevige basis, vindt Schut (VVD). Maar als onschuldige mensen als criminelen worden behandeld, schiet de aanpak zijn doel voorbij, zegt Karabulut (SP). CDA'er Heerma denkt dat er te weinig ruimte is om boetes proportioneel te laten zijn. Ook Van Weyenberg (D66) ziet "niet-productieve effecten" van de wet. Pak alleen verwijtbare fraude aan en schaf de minimumboete af, luidt zijn advies. Dat laatste vindt de minister geen goed idee. Als mensen zich niet aan de wet houden, moeten zij "een tik op de vingers" krijgen. Maak het mogelijk om de boete nul te laten zijn, adviseert Schut.

De minister erkent dat er problemen zijn 

Streng maar rechtvaardig. Dat is Asschers oordeel over de wet. Volgens hem blijkt uit de cijfers dat de wet werkt, maar ook dat er knelpunten zijn. Hij wil bekijken hoe die binnen de wet kunnen worden voorkomen. Eventuele verdergaande maatregelen wil hij laten afhangen van het vervolgonderzoek van de Ombudsman, dat in het najaar klaar is. Schrijnende gevallen kunnen daar niet op wachten, vindt Karabulut. Uitvoerders van de wet hebben volgens de minister ruimte om rekening te houden met de mate van verwijtbaarheid van fouten van uitkeringsgerechtigden. Om te bevorderen dat ze die ruimte gebruiken, verspreidt de minister goede voorbeelden in de uitvoeringspraktijk.

Verdeeldheid over noodzaak wetswijziging 

Karabulut vraagt Asscher om "deze onrechtvaardige wet" aan te passen. Als aantoonbare fraude maar wel streng kan blijven worden bestraft, zegt PVV'er De Graaf. Wijziging van de fraudewet lijkt PvdA'er Kerstens "vooralsnog niet nodig". Hij wil de effecten van de door de minister aangekondigde maatregelen afwachten. Het voornemen om meer rekening te houden met persoonlijke omstandigheden is volgens hem cruciaal. Maar Heerma vindt de voornemens van de minister te vaag. Dat bestrijdt Asscher. In het najaar zal hij de Kamer duidelijk maken wat er concreet is gebeurd. Hij sluit overigens niet uit dat de wet dan alsnog moet worden aangepast.

De Kamer stemt 3 juni over de ingediende moties.

Bron: Tweede Kamer

Zie ook:

Print Friendly and PDF ^