Vanaf 21 november 2024 gelden de richtsnoeren voor ESG- of duurzaamheidgerelateerde termen in fondsnamen. De richtsnoeren moeten zorgen voor meer duidelijkheid en minder misleiding. De Europese toezichthouder ESMA publiceerde ze op 21 augustus 2024.

Fondsnaam heeft invloed op beslissingen van beleggers en is dus van belang

Een fondsnaam geeft beleggers informatie over het fonds en is daarmee een belangrijk marketinginstrument. Beleggers dienen natuurlijk verder te kijken dan de naam, maar desondanks kan een fondsnaam een aanzienlijke invloed hebben op beleggingsbeslissingen. Het is dus van belang dat een fondsnaam alleen ESG- of duurzaamheidgerelateerde termen bevat die correct, duidelijk en niet-misleidend zijn.

Nieuwe richtsnoeren verbinden ESG-of duurzaamheidstermen in fondsnamen aan bepaalde voorwaarden

De nieuwe richtsnoeren verbinden ESG- of duurzaamheidstermen in fondsnamen aan bepaalde voorwaarden. Beleggers krijgen zo een beter beeld van de mate van duurzaamheid van een fonds. Hiermee wordt de kans dat beleggers beslissen op basis van verkeerde indrukken verkleind. Als een ESG-of duurzaamheidgerelateerde term wordt gebruikt, gelden bepaalde vereisten waaraan voldaan moet zijn. Een voorbeeld is de voorwaarde dat minstens 80% van de beleggingen moet voldoen aan ecologische of sociale kenmerken, of aan duurzame beleggingsdoelstellingen die in overeenstemming zijn met de bindende elementen van de beleggingsstrategie van het fonds.

Wanneer treden de richtsnoeren in werking?

De richtsnoeren treden in werking op 21 november 2024. Fondsen die na die datum worden opgericht, moeten vanaf oprichting aan de richtsnoeren voldoen. Voor fondsen die voor 21 november 2024 zijn opgericht geldt een overgangsperiode. Deze fondsen moeten vanaf 21 mei 2025 aan de richtsnoeren voldoen.

Op welke financiële ondernemingen zijn de richtsnoeren van toepassing?

Deze richtsnoeren zijn van toepassing op de volgende partijen:

cbe-beheermaatschappijen, met inbegrip van icbe’s die geen icbe-beheermaatschappij hebben aangewezen,
beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen, inclusief intern beheerde abi’s, EuVECA-, EuSEF-, ELTIF- en MMF-beheerders.

Verwachting AFM

De AFM verwacht van fondsbeheerders dat zij de richtsnoeren van ESMA zorgvuldig tot zich nemen en toepassen. De AFM gaat hier actief toezicht op houden.