NVWA hanteert per 7 juli 2016 eenduidiger en stringenter toezicht en interventiebeleid

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) hanteert met ingang van 7 juli een eenduidiger, stringenter en transparanter toezichtaanpak en interventiebeleid. De wijziging komt voort uit de wens van de Tweede Kamer om het interventiebeleid van de NVWA stringenter en uniformer te maken. De gewijzigde aanpak zal in de loop van 2016 binnen de organisatie worden ingevoerd. Er geldt een overgangstermijn tot uiterlijk 1 april 2017.

Verheldering

Uitgangspunt is een duidelijker en stringentere handhaving. Interveniëren door de NVWA moet op een eenduidige en transparante manier gebeuren zodat bedrijven weten waar ze aan toe zijn.

Onder meer de toezichtaanpak wordt eenduidig geformuleerd en uitgelegd. Het interventiebeleid bevat eenduidige afspraken over termijnen, wijze van waarschuwen en stapeling van overtredingen. Het begrip herhaalde overtreding is losgekoppeld van recidive; dit kan in de praktijk leiden tot minder waarschuwen en sneller overgaan tot het opmaken van een rapport van bevindingen (bestuursrecht ) of een proces-verbaal (strafrecht). Ook staan de verificaties die de NVWA doet in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid voortaan los van het reguliere toezicht; dat houdt in dat een korting die door RVO.nl is opgelegd gepaard kan gaan met een handhavende maatregel van de NVWA. Afwijken van het vastgestelde interventiebeleid is ingeperkt en kan alleen als dit goed wordt gemotiveerd.

Onafhankelijke positie inspecteur

De rol en de positie van de inspecteur richt zich op het constateren van feiten en omstandigheden en niet op sanctionering. Dit om de onafhankelijke positie van de inspecteur te borgen. Verder zijn er heldere criteria opgenomen voor de inzet van strafrechtelijke of bestuursrechtelijke handhaving waardoor er gerichter kan worden opgetreden en de kans op een sepot afneemt.

Verder is het verscherpt toezicht en permanent toezicht opgenomen in het algemene interventiebeleid.

De kwalificatie van de overtredingen wordt opnieuw bezien. Het ingeschatte risico per overtreding is heroverwogen; dit vooral met het oog op de mogelijkheid van stringenter optreden. Werd er bijvoorbeeld tot nu toe eerst een waarschuwing gegeven, nu volgt direct een rapport van bevindingen en eventueel later een bestuurlijke maatregel.

Hogere boetes bij overtreding Wet dieren en Warenwet

Overtredingen van de Wet dieren kunnen per 1 juli 2016 met een hogere bestuurlijke boete worden bestraft. Nu gelden alleen vaste boetes met een maximum van € 20.000. De hoogst mogelijke boete zal € 820.000 of 10% van de jaaromzet bedragen.

De Wet dieren (2013) bevatte al een boetemaximum van € 820.000 of 10% van de omzet (als de omzet van de overtreder meer dan € 8.2 miljoen is). Het was echter niet eerder mogelijk om zo’n hoge boete op te leggen, omdat de uitvoeringsregelgeving die bij de wet hoort aan elke overtreding een vast boetebedrag koppelt. Het gaat dan om bedragen tussen € 500 en € 10.000. De regelgeving is nu aangepast, waardoor het ook mogelijk is een hogere boete op te leggen dan het vaste boetebedrag. De NVWA kan alleen gebruik maken van de bevoegdheid om een hogere boete voor overtredingen van de Wet dieren op te leggen als het vaste boetebedrag dat voor die overtreding geldt aanmerkelijk wordt overschreden door het met de overtreding te behalen economische voordeel.

Met de aanpassing van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten later deze maand (naar verwachting medio juli) wordt het mogelijk om voor bepaalde overtredingen van de Warenwet een omzetgerelateerde boete op te leggen tot een maximum van € 820.000. Voorwaarde is dat er opzet of grove schuld in het spel is, en de overtreder een jaaromzet heeft van € 10 miljoen of meer. De omzetgerelateerde boete geldt voor overtredingen op het terrein van eerlijkheid in de handel en goede voorlichting omtrent waren en product- en voedselveiligheid.

Meer informatie:

 

Print Friendly and PDF ^