OM seponeert acht aangiftes van oplichting tegen een jurist die zich zou hebben voorgedaan als advocaat
/De officier van justitie in Amsterdam heeft besloten acht aangiftes van oplichting tegen een jurist die zich zou hebben voorgedaan als advocaat te seponeren wegens gebrek aan bewijs. De acht aangevers hadden grote geldbedragen aan de man betaald maar waren niet tevreden over de verrichte diensten. Na uitgebreid onderzoek door de Amsterdamse politie heeft de officier van justitie geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is om de zaken aan de rechter voor te leggen.
Alle acht aangevers, die elkaar niet kennen en verspreid over het land woonachtig zijn, waren – onafhankelijk van elkaar – van mening te zijn opgelicht door de jurist. Geen van hen wastevreden over de verrichte diensten. De aangevers hadden de hulp van de man om verschillende redenen ingeroepen. Een van de aangevers had een adviesvraag in verband met een arbeidsrechtelijk conflict, een ander vroeg juridische hulp bij een echtscheidingsprocedure en een derde had de man gevraagd om bijstand te verlenen in een strafrechtelijke procedure.
Toga aan kapstok
De aangevers verklaarden bij de politie dat ze bewust voor deze man hadden gekozen die qua naam, kantoor en uitstraling de indruk wekte een goede en degelijke advocaat te zijn. Diverse aangevers zeiden tegenover de politie dat de inrichting van het kantoor - met een toga aan de kapstok en een advocatendiploma aan de muur - hen mede ervan had overtuigd met een gerenommeerde advocaat van doen te hebben. Slechts één aangever verklaarde dat de jurist zich ook daadwerkelijk als advocaat had voorgesteld.
Niet geverifieerd
Hoewel de aangevers allen op zoek waren naar een advocaat, heeft geen van hen vooraf geverifieerd of de betreffende jurist bevoegd was om als advocaat op te treden. Alle aangevers vertrouwden erop met een degelijke advocaat in zee tegaan. Toen ze er achter kwamen dat de man geen advocaat meer was, hebben de meeste aangevers zich in eerste instantie tot een civiele advocaat gewend. Nadat duidelijk werd dat er via civielrechtelijke weg geen oplossing zou komen, besloten zij op aanraden van hun civiele advocaat aangifte bij de politie te doen.
Jurist
In het politieverhoor verklaarde de verdachte dat hij zich nooit had voorgesteld als advocaat maar steeds als jurist. Omdat er geen betrouwbare getuigen zijn, gaat het in dit geval om het woord van de aangever tegen het woord van de jurist. Over de grote bedragen die de aangevers hem hadden betaald, verklaarde hij bij de politie dat hij daarvoor juridische werkzaamheden had verricht. Het klopt dát de jurist werkzaamheden had verricht, zijn cliënten waren alleen niet tevreden over de kwaliteit ervan. Omdat er te weinig bewijs is om de man wegens oplichting voor de rechter te brengen heeft de officier besloten de zaken te seponeren.
Bron: OM