Overheid moet behulpzamer zijn bij Wob-verzoek over Shell
/Rechtbank Midden-Nederland 17 mei 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2278
Elf bestuursorganen in Nederland, waaronder negen ministeries, moeten behulpzamer zijn bij een Wob-verzoek van de Stichting Platform Authentieke Journalistiek. De groep onderzoekers onderzoekt de relatie van de Nederlandse overheid met Shell en vroeg daarom onder meer aan het ministerie van Economische Zaken om álle informatie over het bedrijf. De bestuursorganen vonden het verzoek van de stichting te algemeen en hebben het daarom uiteindelijk niet in behandeling genomen. De bestuursrechter van de rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat dit niet had gemogen en dat partijen er samen voor moeten zorgen dat het verzoek alsnog in behandeling kan worden genomen.
Wob-verzoek
Stichting Platform Authentieke Journalistiek diende in april 2019 het Wob-verzoek in bij de negen ministeries, Provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam. Ze vroeg daarin om alle informatie over Shell vanaf februari 2005 tot april 2019. De bestuursorganen vonden dat het verzoek te ruim geformuleerd was en verzochten de stichting om specifieker te zijn. Op grond van de Wob moet een concreet onderwerp worden genoemd en Shell in al haar facetten is dat niet. Omdat het verzoek niet concreter werd gemaakt, besloten de bestuursorganen uiteindelijk om het buiten behandeling te stellen, zoals dat juridisch heet. De bestuursorganen stelden dat het niet de bedoeling kan zijn dat een overheidsorgaan ontwricht raakt door oeverloze verzoeken.
Overleg
De bestuursrechter van de rechtbank Midden-Nederland oordeelt in deze procedures dat de bestuursorganen het Wob-verzoek te snel buiten behandeling hebben gesteld. Ook de bestuursrechter vindt het verzoek van de stichting te ruim opgezet, maar dat betekent nog niet dat de bestuursorganen het zo naast zich neer mochten leggen. In de wet staat dat bestuursorganen behulpzaam moeten zijn om een Wob-verzoek behandelbaar te krijgen als het dat op dat moment nog niet is. Er heeft wel overleg plaatsgevonden tussen de stichting en de bestuursorganen, maar de bestuursorganen hebben zich toen onvoldoende ingespannen. Dat moeten ze nu alsnog gaan doen. De bestuursrechter vindt tegelijkertijd ook dat de stichting zich flexibeler moet opstellen zodat het overleg succesvol verloopt.
Lees hier de volledige uitspraak.