Rechtbank Rotterdam herroept door de AFM aan PwC en EY opgelegde boetes
/Rechtbank Rotterdam 20 december 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:9978 en ECLI:NL:RBROT:2017:9977
De AFM heeft aan PwC en EY bestuurlijke boetes opgelegd, omdat zij er volgens de AFM niet zorg voor hebben gedragen dat hun externe accountants voldoen aan de voor hen geldende gedrags- en beroepsregels. Schending van deze wettelijke zorgplicht (artikel 14 van de Wet toezicht accountantsorganisaties) acht de AFM bewezen op grond van haar onderzoek naar de controlewerkzaamheden van de externe accountants van PwC en EY in tien dossiers over het jaar 2012. Volgens de AFM beschikten de accountants van PwC en EY in verschillende controledossiers niet over voldoende en geschikte informatie om een goedkeurende verklaring te verstrekken bij de betreffende jaarrekening.
De rechtbank is van oordeel dat tekortkomingen in de controlewerkzaamheden van de externe accountants van een accountantsorganisatie in beginsel niet voldoende zijn voor de conclusie dat deze accountantsorganisatie niet aan haar zorgplicht voldoet: die conclusie kan in de regel alleen worden getrokken op basis van onderzoek naar de invulling van de zorgplicht door de accountantsorganisatie. In bijzondere situaties kan dit anders zijn. Wat de AFM over de door haar geconstateerde tekortkomingen in de controlewerkzaamheden van de externe accountants van PwC en EY naar voren heeft gebracht, is onvoldoende voor het oordeel dat de AFM buiten redelijke twijfel heeft aangetoond dat PwC en EY hun zorgplicht hebben overtreden. Gelet hierop herroept de rechtbank de boetebesluiten.
De rechtbank komt in haar uitspraken niet toe aan het beoordelen van de andere beroepsgronden, waaronder het betoog van de accountantsorganisaties dat een aantal onderzoeksbevindingen van de AFM onjuist is of genuanceerd moet worden.
Lees hier de volledige uitspraken: