Rechters leggen langere taakstraffen op

Rechters zijn de afgelopen jaren langere taakstraffen gaan opleggen. Dat blijkt uit een onderzoek naar de zogeheten oriëntatiepunten, die rechters als leidraad kunnen gebruiken bij het bij het opleggen van een passende straf. De oriëntatiepunten zijn tegen het licht gehouden omdat de taakstraf van alternatief voor gevangenisstraf is uitgegroeid tot een zelfstandige hoofdstraf. Ook maatschappelijke discussies over de zwaarte van de taakstraf speelden daarbij een rol.

Passende straf

De Rechtspraak wil voorkomen dat wetsovertreders in Maastricht veel zwaarder of juist lichter worden gestraft dan in Groningen of Amsterdam. Daarom stellen de rechtbanken en gerechtshoven gezamenlijk oriëntatiepunten op voor veel voorkomende delicten. Daarin zie je terug welke straffen er gemiddeld worden opgelegd in de praktijk. Rechters zijn niet verplicht om zich aan die oriëntatiepunten te houden – zij oordelen onafhankelijk en houden rekening met alle bijzonderheden van een zaak - maar ze kunnen ze wel gebruiken als houvast bij het denken over een passende straf.

Omrekentabel

Toen de strafrechters begonnen met het ontwikkelen van oriëntatiepunten, kon de taakstraf slechts als alternatieve straf worden opgelegd. Een rekentabel voor het omzetten van dagen celstraf in uren taakstraf maakte dan ook deel uit van de oriëntatiepunten. Volgens die tabel stond een dag gevangenisstraf gelijk aan 2 uur taakstraf. “Die omrekenmethode is losgelaten”, zegt Ralph Beaujean van het stafbureau Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) . “In de praktijk werken rechters niet meer zo. Zij bepalen eerst welke soort straf het beste kan worden opgelegd – gevangenisstraf of taakstraf - en kijken daarna naar de gewenste duur. Bovendien worden tegenwoordig vaak langduriger taakstraffen opgelegd; veel mensen vinden dat 28 uur werkstraf niet in verhouding staat tot 2 weken gevangenisstraf.”

Aangepast

Het LOVS heeft alle oriëntatiepunten doorgelicht door de rechtbanken en gerechtshoven te vragen of voor de beschreven delicten in het algemeen gevangenisstraf of een taakstraf wordt opgelegd. Dat onderzoek heeft geleid tot aanpassing van verschillende straffen. “Voor hennepteelt stond bijvoorbeeld een onvoorwaardelijke gevangenisstraf”, zegt Beaujean. “In de praktijk beginnen rechters echter vaak met een taakstraf - in combinatie met voorwaardelijke gevangenisstraf – om de veroordeelde nog een kans te geven. Het gaat vaak om mensen in geldnood, die uit wanhoop wat planten zijn gaan kweken.”

Ook straffen voor winkeldiefstal en verkeersdelicten zijn aangepast. “Voor een dodelijk ongeluk waarbij de chauffeur onder invloed was, is gevangenisstraf in de praktijk de aangewezen straf. Had de bestuurder niet gedronken en is het bij letsel gebleven, dan blijkt een taakstraf vaak de eerste keuze te zijn. Dat is in de gewijzigde oriëntatiepunten tot uitdrukking gebracht”

Vervangende straf

Gevangenisstraf en taakstraf zijn nog wel met elkaar verbonden in een tabel over vervangende hechtenis voor veroordeelden die hun taakstraf niet (helemaal) uitvoeren. “Voor elke 2 uur taakstraf die niet wordt verricht, moet de veroordeelde volgens die tabel 1 dag vastzitten”, zegt Beaujean.

Het LOVS heeft een soortgelijke tabel ontwikkeld voor de omzetting van een voorwaardelijke celstraf naar taakstraf. “Als iemand zich niet houdt aan bepaalde voorwaarden en daarom alsnog de gevangenis in zou moeten, kan de rechter ervoor kiezen in plaats daarvan een taakstraf op te leggen.”

Zie hier de nieuwe oriëntatiepunten en LOVS-afspraken met de wijzigingen die zijn aangebracht.

Bron: de Rechtspraak

Print Friendly and PDF ^