Rekest 89 sv en 591a Sv: matiging uurtarief raadsman
/Rechtbank Midden-Nederland 9 juli 2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:3140
Het verzoekschrift ex artikel 89 Sv strekt er toe dat de rechtbank een vergoeding toekent voor de schade die verzoeker tengevolge van ondergane verzekering en voorlopige hechtenis stelt te hebben geleden tot het aantal van 5 nachten op het politiebureau en 52 nachten in een huis van bewaring.
Het verzoekschrift ex artikel 591a Sv strekt er toe dat de rechtbank een vergoeding toekent voor de kosten van de raadsman ten bedrag van € 7.563,18 en de kosten van de raadsman voor het opstellen, indienen en mondeling behandelen van het verzoekschrift.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van de onderhavige verzoeken uit van de navolgende feiten en omstandigheden:
- verzoeker is op 29 november 2012 in verzekering gesteld, en is op 25 januari 2013 in vrijheid gesteld;
- in totaal gaat het om 57 (hele) dagen, waarvan 5 dagen doorgebracht in een politiebureau en 52 dagen doorgebracht in een huis van bewaring;
- bij onherroepelijk geworden vonnis van 5 maart 2013 is verzoeker door de meervoudige kamer in deze rechtbank vrijgesproken.
Ter zake het verzoekschrift ex artikel 89 Sv
Verzoeker kan aanspraak maken op een vergoeding van de schade die is geleden ten gevolge van ondergane verzekering, klinische observatie of voorlopige hechtenis. Schadevergoeding wordt toegekend indien en voorzover daartoe, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
De rechtbank is van oordeel dat verzoeker alles in aanmerking genomen een vergoeding toekomt van € 4.685,-. De rechtbank gaat daarbij uit van de dagen doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis als hierboven opgenomen en van de bedragen die over het algemeen worden toegekend als vergoeding daarvoor, te weten 5 dagen à € 105,- en 52 dagen à € 80,-.
Ter zake het verzoekschrift ex artikel 591a Sv
Voorzover het verzoek ziet op kosten van de raadsman is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de aard en de omvang van de strafzaak, gronden van billijkheid aanwezig zijn het verzoek toe te wijzen tot een bedrag van € 4.675,59.
De rechtbank overweegt daartoe dat de raadsman namens verzoeker in raadkamer voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat alle verrichte en gedeclareerde werkzaamheden met het oog op een behoorlijke verdediging noodzakelijk zijn geweest. De opgegeven kosten worden gestaafd door de overgelegde urenspecificaties en declaraties. Het uurtarief van de raadsman dat voor vergoeding in aanmerking komt wordt echter gematigd naar een bedrag van € 200,- per uur.
De rechtbank is van oordeel dat aan kosten van de raadsman voor het indienen en mondeling toelichten van het verzoekschrift een vergoeding op zijn plaats is zoals die gewoonlijk wordt toegewezen, te weten € 550,00 (inclusief BTW).
In totaal is derhalve naar het oordeel van de rechtbank, alle omstandigheden in aanmerking nemend, een vergoeding toewijsbaar tot een bedrag van € 9.910,59.
Lees hier de volledige uitspraak.