Rotterdams bedrijf wordt vervolgd wegens export van chemicaliën aan Syrië

Een Rotterdamse groothandel in chemische stoffen wordt vervolgd wegens het leveren van grondstoffen voor zenuwgas aan Syrië. Het bedrijf verscheepte tonnen aan aceton naar het oorlogsgebied in het Midden-Oosten, zonder daarvoor een vergunning te hebben.

In 2018 onthulde de Belgische krant Knack dat drie Belgische bedrijven tussen 2014 en 2016 vanuit de haven van Antwerpen tientallen tonnen isopropanol en aceton naar Syrië hadden uitgevoerd. Hoewel de nodige exportvergunningen ontbraken, had de douane alle exporten laten passeren. De bedrijven benadrukten dat de zendingen bestemd waren voor klanten zonder link met het Syrische regime.

Vorige week vrijdag sprak het Antwerpse hof van beroep zware straffen uit voor de betrokkenen. De gedelegeerd bestuurder van A.A.E. Chemie Trading uit Kalmthout werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van een jaar met uitstel. De rechter sprak van 'zeer gevaarlijke en militair gevoelige producten' en noemde de feiten 'ernstig'. In het arrest staat ook dat de douaneverificateurs hun controles 'totaal inadequaat, ondoelmatig of niet' hadden uitgevoerd.

Ook het Functioneel Parket heeft beslist om een Rotterdamse groothandel en twee leidinggevenden te dagvaarden in een soortgelijke exportzaak. Dat bevestigt woordvoerster Marieke van der Molen aan Knack: 'Het verwijt is dat verdachten in november 2016 ruim 38 ton aceton hebben verkocht en geëxporteerd naar een persoon in Syrië via de haven van Antwerpen. Daarvoor zou het bedrijf vooraf geen vergunning hebben aangevraagd, wat in strijd is met de Europese sancties tegen Syrië. Daarnaast worden het bedrijf en de leidinggevenden gedagvaard voor de export van ruim 89 ton aceton via een omweg - Rusland - naar Syrië in 2017. Ook weer zonder vergunning.'

'De sancties gelden in verband met "brute schending van mensenrechten door het regime in Syrië", zoals in de Europese verordening is te lezen', zegt Van der Molen. 'Door chemicaliën zonder vergunning door te voeren worden ze ondermijnd en wordt de overheid de kans ontnomen om te controleren waar de producten heen gaan. Dat is ernstig, daarom treedt de overheid op.'







Print Friendly and PDF ^