Schadevergoeding vanwege te lange rechtsgang bij EU-Gerecht
/Hof van Justitie 10 januari 2017, T-577/14 (Gascogne Sack Deutschland en Gascogne tegen EU)
Voor het eerst is schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn van een procedure in een mededingingszaak bij het EU-Gerecht. Het EU-Gerecht heeft daarvoor nu duidelijke criteria gegeven. Zowel materiële als immateriële schadevergoeding zijn mogelijk.
Het gaat om het arrest van het EU-Gerecht van 10 januari 2017 in de zaak T-577/14, Gascogne Sack Deutschland en Gascogne tegen EU). Deze zaak komt voort uit een boete die de Europese Commissie eind 2005 heeft opgelegd aan ondernemingen die betrokken waren bij het industriële zakken kartel. De bedrijven, waaronder Gascogne Sack en Gascogne stelden in 2006 beroep tegen dat besluit in. Dit werd door het EU-Gerecht – na 5 jaar- in 2011 afgewezen. In het hoger beroep tegen die uitspraak heeft het EU-Hof de uitspraak van het Gerecht weliswaar bevestigd dat de boete van 13,2 miljoen euro rechtmatig is, maar daarbij aangetekend dat de bedrijven een actie tot schadevergoeding zouden kunnen instellen voor schade geleden als gevolg van de excessieve lengte van de procedure bij het EU-Gerecht.
Gascogne heeft in deze zaak dat advies opgevolgd en op 4 augustus 2014 een vordering tegen de Europese Unie, vertegenwoordigd door het Hof van Justitie als instelling, tot vergoeding van geleden schade á €4 miljoen bij het Gerecht ingesteld.
Het Gerecht overweegt dat in dit geval aan alle drie de voorwaarden voor niet-contractuele aansprakelijkheid van de Unie, i.e. onrechtmatig handelen, reële schade en causaal verband tussen die twee, is voldaan. De Unie heeft onrechtmatig gehandeld doordat met de excessieve lengte van de procedure (drie jaar en tien maanden tussen het schriftelijke en mondelinge gedeelte van de procedure) het recht op een eerlijk proces binnen een redelijke termijn is geschonden.
Het Gerecht geeft daarbij duidelijke criteria voor de beoordeling of de redelijke termijn is overschreden. In mededingingszaken als deze is vanwege de complexe materie een termijn van vijftien maanden tussen het schriftelijke deel van de procedure en de mondelinge behandeling redelijk. Wanneer in een zaak tegen een Commissie-besluit meerdere partijen optreden moet voor iedere deelnemende partij een maand extra worden geteld. In deze zaak traden twaalf partijen op; de termijn mocht dus 26 maanden belopen. In deze zaak echter lagen er 46 maanden tussen het schriftelijke en mondelinge deel van de procedure.
Het Gerecht stelt ook vast dat Gascogne Sack reële schade heeft geleden omdat het gedurende de ongerechtvaardigd lange procedure kosten heeft gemaakt in verband met een verplichte bankgarantie. Die schade is het directe resultaat van de lange procedure doordat meer kosten voor de bankgarantie zijn gemaakt. Het Gerecht veroordeelt de EU tot betaling van €47 064,33 voor geleden materiële schade.
Ook moet de EU 5000 euro vergoeden wegens immateriële schade, vanwege de langdurige onzekerheid over de afloop van de procedure, die verder strekt dan normaal bij procedures het geval is.
Een en ander wordt verhoogd met rente gerekend vanaf 4 augustus 2014 en een boeterente vanaf de datum van deze uitspraak tot de dag van uitbetaling.
Partijen kunnen nog beroep instellen bij het Hof tegen de uitspraak.
Het is deeerste keer dat schadevergoeding wordt toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Lees hier de volledige uitspraak.