Tijdelijk geen informatieverstrekkingen uit het UBO-register naar aanleiding van uitspraak EU Hof
/Op 22 november 2022 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een uitspraak gewezen ten aanzien van het UBO-register. In het UBO-register voor vennootschappen en andere juridische entiteiten staat wie de eigenaar is van een organisatie, of wie zeggenschap of een belang heeft. Het register helpt om criminele activiteiten te voorkomen en bij het opsporen van onder andere fraude, witwassen en terrorismefinanciering.
In Nederland is overeenkomstig de anti-witwasrichtlijn geregeld dat een ieder toegang kan krijgen tot informatie over UBO’s van juridische entiteiten. Nederland heeft daarbij alle lidstaatopties benut ter vergroting van de privacy van UBO’s, waaronder afscherming van UBO’s, registratie en betaling door raadplegers en informatie over raadplegingen aan UBO’s. Het UBO-register wordt beheerd door de Kamer van Koophandel, die ook de verstrekking van informatie uit het register verzorgt. Hoewel de Nederlandse situatie niet een op een hetzelfde is als de Luxemburgse situatie, waarover prejudiciële vragen zijn gesteld, geeft de uitspraak aanleiding naar de verstrekking van informatie over UBO’s te kijken.
In dat licht is de Kamer van Koophandel gevraagd per direct, dus vanaf 22 november 2022, tijdelijk geen informatieverstrekkingen uit het register meer te verzorgen. De Kamer van Koophandel geeft hier uitvoering aan tot nadere besluitvorming.
In de komende dagen zal Kaag het arrest met alle betrokkenen nader analyseren en in overleg treden met de Europese Commissie om te bezien welke informatieverstrekkingen wel mogelijk zijn, mede in het licht van toezicht. Het voorlopig niet meer verzorgen van informatieverstrekkingen betekent bijvoorbeeld voor de opsporing dat informatie weliswaar minder gemakkelijk geraadpleegd kan worden, maar dat de benodigde informatie op basis van een vordering van de OvJ nog wel beschikbaar is.