Toewijzing wrakingsverzoek: indruk gewekt dat de rechters op voorhand verzoekers niet in het door hun bepleite standpunt wilden volgen en zij daarbij geen acht wilden slaan op door verzoekers aangedragen bewijsstukken
/Rechtbank Noord-Holland 30 december 2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:12994
In casu hebben de rechters het verzoek van verzoekers om het concept-proces-verbaal van een getuigenverhoor aan het procesdossier te mogen toevoegen afgewezen. In de nadien gegeven beschikkingen waarin de verzoeken tot opheffing/schorsing van de voorlopige hechtenis zijn afgewezen zijn de rechters ingegaan op het verweer dat de verzoekers (mede) hadden gebaseerd op het concept-proces-verbaal dat zij nog in het geding hadden willen brengen. Vaststaat dat de rechters van dat stuk voorafgaand aan hun beslissing geen kennis hadden genomen. Zij hebben desondanks aan hun motivering tot afwijzing van de verzoeken tot opheffing/schorsing van de voorlopige hechtenis, een oordeel over de gegrondheid van het argument omtrent de aliassen gegeven, wat op zijn minst de indruk wekt dat zij bij die beoordeling de (feitelijke) juistheid van dat argument en de door verzoekers daaraan ten grondslag gelegde stellingen hebben gewogen. Bij verzoekers hebben zij daarmee ten minste de indruk gewekt over dat argument een oordeel te vellen zonder daarbij te willen betrekken het bewijsstuk waarover de verzoekers wel beschikten en dat zij ook in het geding hadden willen brengen. Daarmee is de indruk gewekt dat de rechters op voorhand verzoekers niet in het door hun bepleite standpunt wilden volgen en zij daarbij geen acht wilden slaan op door verzoekers aangedragen bewijsstukken. Daarmee hebben zij de schijn van vooringenomenheid gewekt.
Lees hier de volledige uitspraak.