Verdachte heeft zich drie jaar lang schuldig gemaakt aan oplichting door het opleggen van fictieve boetes
/Rechtbank Noord-Holland 26 mei 2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:4902
Verdachte heeft gedurende een periode van ruim drie jaar [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] opgelicht door middel van het opleggen van fictieve boetes aan [slachtoffer 1], die deze zou hebben opgelopen door illegaal gebruik van zijn zendapparatuur.
Verdachte vertelde zijn slachtoffer dat hij in de gevangenis zou belanden als hij niet zou betalen. Onder die dreiging zijn aanzienlijke geldbedragen (in total zo’n € 95.888) van de rekeningen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] opgenomen en overgeboekt naar de rekeningen van verdachte en zijn vrouw, dan wel contant aan verdachte voldaan. Van deze bedragen heeft verdachte vorstelijk geleefd, getuige de vele aankopen van dure sieraden, auto’s en apparatuur. Verdachte kende [slachtoffer 1] al meer dan twintig jaar en was op de hoogte van het feit dat hij een hersenbeschadiging heeft, waardoor hij te goed van vertrouwen is. Door hem op deze wijze geld af te troggelen heeft verdachte op grove wijze misbruik gemaakt van de kwetsbaarheid en goedgelovigheid van [slachtoffer 1]. Hoewel verdachte uiteindelijk wel heeft bekend, bleef hij ook ter terechtzitting nog draaien en trachtte hij de “schuld” zo veel mogelijk bij de kwetsbare [slachtoffer 1] te leggen, die uit angst niet ter terechtzitting durfde te verschijnen. De rechtbank neemt verdachte dit kwalijk.
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met een proeftijd van 2 jaar. Voorts wordt verdachte veroordeeld tot het verrichten van 240 uren taakstraf.
Lees hier de volledige uitspraak.
De echtgenote van verdachte, die willens en wetens heeft geprofiteerd van de geldbedragen die voortkwamen uit de stelselmatige oplichtingspraktijken van haar man, wordt wegens medeplegen van gewoontewitwassen veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur waarvan 80 uur voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Lees hier die volledige uitspraak.