Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een ernstig fraudecomplex van valsheid in geschrift, oplichting en witwassen
/Rechtbank Noord-Nederland 30 december 2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:6045 Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een ernstig fraudecomplex van valsheid in geschrift, oplichting en witwassen. Door het valselijk opmaken van een inkomensverklaring en door het vervolgens (doen) indienen van deze inkomensverklaring bij bank heeft verdachte de beschikking gekregen over een hoog bedrag aan hypotheek met bouwdepot. Ook heeft verdachte op oneigenlijke wijze geldbedragen uit het bouwdepot bijgeschreven gekregen op bankrekeningen waarover hij de beschikking had. De aldus verkregen geldbedragen heeft verdachte vervolgens witgewassen. Het handelen van verdachte heeft negatieve financiële sporen nagelaten, bestaande (onder meer) uit een hoge openstaande vordering bij bank.
Bewezenverklaring
- Feit 2: primair valsheid in geschrift;
- Feit 3: oplichting;
- Feit 4: witwassen, meermalen gepleegd.
Strafoplegging
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar en een taakstraf van 240 uur.
De door verdachte gepleegde fraude rechtvaardigt in beginsel het opleggen van een forse gevangenisstraf. Naar het oordeel van de rechtbank bestaat er in de onderhavige zaak aanleiding om hiervan af te zien. Daartoe overweegt de rechtbank dat er sprake is van een groot tijdsverloop tussen het moment waarop de aangifte is gedaan en het moment van de behandeling van de zaak ter zitting. Daarbij overweegt de rechtbank dat dit tijdsverloop niet aan de verdediging kan worden geweten, nu het horen als getuigen van ouder 1 en ouder 2 door de rechter-commissaris weinig tijd in beslag genomen heeft. Daarnaast houdt de rechtbank er rekening mee dat de hoge vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen. Voorts neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte door het moeten ondergaan van een gevangenisstraf hoogstwaarschijnlijk zijn baan zal verliezen waardoor hij niet in staat is om deze vordering te voldoen, hetgeen de rechtbank ongewenst acht.
Lees hier de volledige uitspraak.