Veroordeling tot een gevangenisstraf van 7 mnd waarvan 2 voorwaardelijk wegens oplichting en valsheid in geschrifte meermalen gepleegd
/Rechtbank Utrecht 26 februari 2013, LJN BZ4750
Verdenking
De verdenking komt er op neer dat verdachte een bedrijf heeft bewogen tot afgifte van goederen ter waarde van € 5.572,66 (feit 1) en daartoe een vals rekeningafschrift van de ING als betalingsbewijs heeft getoond toen hij de goederen ophaalde (feit 2), zonder dat betaling had plaatsgehad. Voorts dat verdachte benadeelde heeft bewogen tot afgifte van een graafmachine (feit 3) en daartoe een vals bewijs van betaling van € 9.500,- heeft opgemaakt (feit 4).
Standpunt verdediging
De verdediging refereert zich ten aanzien van de bewezenverklaring, met dien verstande dat in feit 1. geen sprake is van het aannemen van een valse naam of valse hoedanigheid en in feit 3. geen sprake is van listige kunstgrepen of een samenweefsel van verdichtsels.
Oordeel rechtbank
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan en veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 7 maanden waarvan 2 voorwaardelijk.
Lees hier de volledige uitspraak.