Veroordeling wegens opdracht en feitelijk leiding geven aan het opzettelijk indienen van valse belastingaangiften OB tnv rechtspersoon die alleen voor het plegen van fraude was opgericht

Rechtbank Amsterdam 23 september 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:6624 In de ten tenlastegelegde periode zijn ten name van bedrijf 1 CV onjuiste belastingaangiften omzetbelasting ingediend. Hoewel de inhoud van de aangiften dit wel doet vermoeden, hebben binnen bedrijf 1 CV (vrijwel) geen bedrijfsactiviteiten plaatsgevonden. Dit betekent dat de rechtspersoon feitelijk geen goederen en diensten heeft afgenomen van leveranciers en in het kader daarvan dus geen omzetbelasting aan leveranciers heeft betaald. Zowel de facturen waarin wordt voorgewend dat bedrijf 1 CV aankopen verricht als de facturen waarin wordt voorgewend dat bedrijf 1 CV verkopen verricht aan ICT-bedrijven in Finland zijn vals, evenals de bijbehorende bankafschriften en vervoersbewijzen.

In de belastingaangiften voor de omzetbelasting is dan ook telkens een te hoog en fictief bedrag aan voorbelasting vermeld. Het resultaat hiervan is dat de aangiften sloten op te hoge terug te vragen bedragen, met het doel om de Belastingdienst te bewegen tot het ten onrechte uitkeren van belastinggeld. Dit strekte ertoe dat te weinig belasting werd geheven in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. (vlg. ECLI:NL:RBAMS:2010:2543 en ECLI:NL:RBUTR:2012:BW0949)

Strafbaarheid van bedrijf 1 CV

Voor het vaststellen van de strafbaarheid van bedrijf 1 CV is nodig het toerekenen aan de rechtspersoon van de strafbare gedragingen en het opzet daarop. Vaststaat dat de vervalsing van de facturen en de indiening van de aangiften zijn verricht op naam van bedrijf 1 CV. De genoemde strafbare gedragingen zijn verricht in de sfeer van bedrijf 1 CV en kunnen in redelijkheid aan de rechtspersoon worden toegerekend. Omdat ten behoeve van de rechtspersoon opzettelijk een onjuiste administratie ter beschikking is gesteld, welke ten grondslag heeft gelegen aan de ingediende belastingaangiften, kan ook het opzet op de strafbare gedragingen aan de rechtspersoon worden toegerekend. Dit betekent dat bedrijf 1 CV kan worden aangemerkt als dader van het doen van onjuiste belastingaangiften voor de omzetbelasting.

Strafbaarheid van verdachte als opdrachtgever en feitelijk leidinggever

Voor de beoordeling van de vraag of verdachte als opdrachtgever en/of feitelijk leidinggever strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gehouden voor de strafbare gedragingen van bedrijf 1 CV, is relevant of hij van die gedragingen op de hoogte is geweest en mogelijkheid heeft gehad om deze te beëindigen.

Op basis van het dossier, waaronder de bekennende verklaring van verdachte, kan worden bewezen dat ten tijde van het doen van de onjuiste belastingaangiften de feitelijke positie van verdachte dusdanig was, dat hij als opdrachtgever en feitelijk leidinggever van de aan bedrijf 1 CV toegerekende strafbare gedragingen moet worden aangemerkt. Hierbij heeft de rechtbank onder meer in ogenschouw genomen de betrokkenheid van verdachte bij i) het opzettelijk opmaken van valse facturen en valse bankbescheiden, ii) het telkens ter beschikking stellen van een onjuiste administratie aan de administrateur voor het doen van belastingaangifte en iii) het ter beschikking stellen van die valse geschriften en onjuiste administratie voor het boekenonderzoek door de Belastingdienst, alsmede zijn wetenschap over het strafbare karakter van deze handelingen. Verdachte heeft niet alleen, hoewel daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden, maatregelen ter voorkoming van de strafbare gedragingen van de rechtspersoon achterwege gelaten, maar deze gedragingen juist willens en wetens verricht.

De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat het ten laste gelegde feit kan worden bewezen.

Bewezenverklaring

Feitelijk leiding geven aan het opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.

Strafoplegging

Gevangenisstraf van 24 maanden.

Lees hier de volledige uitspraak.

 

Print Friendly and PDF ^