Veroordeling wegens uitkeringsfraude en valsheid in geschrift
/Rechtbank Arnhem 21 mei 2013, LJN CA0495
Verdachte, een vrouw uit Apeldoorn, wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk en een proeftijd van twee jaren en een werkstraf voor de duur van 100 uren. Zij heeft zich gedurende een periode van twaalf jaren schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift en uitkeringsfraude.
De vrouw profiteerde van een uitkering, waarop zij geen recht had en heeft de uitkeringsinstantie en daarmee de samenleving voor een bedrag van ruim € 167.000,- benadeeld. Ook de wijze waarop verdachte met haar echtgenoot als een team te werk is gegaan, weegt de rechtbank zwaar mee in hun nadeel. Daarbij constateert de rechtbank dat verdachten ter zitting hebben verklaard dat zij niets verkeerd hebben gedaan en hen geen enkele blaam treft. Elke vorm van verantwoordelijkheid nemen ontbreekt.
De rechtbank houdt er ten voordele van de verdachte rekening mee dat de rechtbank het openbaar ministerie partieel niet-ontvankelijk verklaart gelet op de verjaring van een deel van de feiten.
Lees hier de volledige uitspraak.