Verzet tegen strafbeschikking dient ook door een gemachtigde van een rechtspersoon op het parket in persoon te worden gedaan
/Rechtbank Oost-Brabant 23 oktober 2014, ECLI:NL:RBOBR:2014:6310
Bij brief van 14 maart 2014, ingekomen bij het functioneel parket te ‘s-Hertogenbosch op 18 maart 2014, is door persoon 1 namens verdachte verzet aangetekend tegen de strafbeschikking met.
De officier van justitie heeft ter zitting geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het verzet tegen de strafbeschikking. Zij heeft daartoe aangevoerd dat persoon 1 zelf geen bestuurder is van verdachte, maar door de bestuurder (persoon 2) is gemachtigd verzet te doen tegen de strafbeschikking. Ingevolge het bepaalde in artikel 257e, derde lid Sv dient het verzet door een bij bijzondere volmacht schriftelijk gemachtigde op het parket in persoon te worden gedaan en niet bij geschrift.
De raadsvrouwe van verdachte heeft gewezen op het bepaalde in artikel 528 Sv dat onder meer inhoudt dat de vertegenwoordiger van de rechtspersoon kan verschijnen bij gemachtigde. Naar de politierechter begrijpt betekent dit volgens de verdediging dat het door persoon 1 gedane verzet moet worden gezien als een door verdachte zelf gedaan verzet. Voor verdachte en een advocaat geldt dat zij wel bij geschrift verzet kunnen doen tegen een strafbeschikking.
De economische politierechter is gelet op het bepaalde van artikel 257e, derde lid Sv van oordeel dat het verzet tegen de strafbeschikking niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
De omstandigheid dat de vertegenwoordiger van de rechtspersoon een ander kan machtigen namens de rechtspersoon te verschijnen, heeft niet tot gevolg dat het verzet tegen een strafbeschikking door die gemachtigde niet op het parket in persoon zou moeten worden gedaan. Niet valt in te zien waarom de hoofdregel van artikel 257e, derde lid Sv niet zou gelden voor rechtspersonen en enkel voor natuurlijke personen. Namens de rechtspersoon treedt de bestuurder of één van de bestuurders op. Die en de advocaat van de rechtspersoon kunnen bij geschrift verzet doen. Als de bestuurder er voor kiest een werknemer te machtigen, zal die laatste net als bij een gevolmachtigde namens de natuurlijke persoon op het parket in persoon verzet moeten doen.
Dit betekent dat het verzet tegen de strafbeschikking niet-ontvankelijk is.
Lees hier de volledige uitspraak.