Verzoek ex artikel 89 en artikel 591a Sv afgewezen: de houding van verzoeker heeft bijgedragen aan de inverzekeringstelling en het voortduren daarvan, zodat gronden van billijkheid voor toekenning van een vergoeding ontbreken
/Rechtbank Amsterdam 19 november 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:8671 Het verzoek strekt tot het toekennen van een vergoeding van €210,00 voor de schade die verzoeker ten gevolge van ondergane verzekering stelt te hebben geleden. Het verzoek strekt daarnaast tot het toekennen van een vergoeding van €280,00 voor de kosten van het opstellen en indienen van het verzoekschrift.Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft verklaard zich te verzetten tegen het toekennen van de standaard schadevergoeding. Meerdere jonge mannen, waaronder verzoeker, zijn omstreeks het moment van de inbraak onder verdachte omstandigheden in het flatgebouw geweest waar de inbraak heeft plaatsgevonden en verzoeker is later buiten in een wat vreemde situatie aangetroffen. Door geen verklaring te geven voor zijn aanwezigheid aldaar heeft hij de inverzekeringstelling over zichzelf afgeroepen.
De officier van justitie heeft erop gewezen dat op grond van artikel 90 lid 3 Sv verrekening dient plaats te vinden met de bedragen die in het overzicht van het CJIB staan vermeld.
Oordeel van de rechtbank
Verzoeker is op 25 december 2014 aangehouden en in verzekering gesteld op verdenking van inbraak. Op 27 december 2014 is verzoeker in vrijheid gesteld. Verzoeker is op 22 juli 2015 door de politierechter van deze rechtbank vrijgesproken van het hem ten laste gelegde. De strafzaak tegen verzoeker is op 6 augustus 2015 onherroepelijk geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel.
Op grond van het strafdossier en het vonnis van de politierechter van 22 juli 2015 stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast:
- verzoeker is met anderen omstreeks het moment van de inbraak onder verdachte omstandigheden in het flatgebouw geweest waar de inbraak heeft plaatsgevonden;
- kort nadat het inbraakalarm was afgegaan werd verzoeker buiten in de nabije omgeving van het flatgebouw in een portiek aangetroffen, gelegen op zijn rug met gesloten ogen.
Verzoeker heeft geen verklaring gegeven voor zijn aanwezigheid in de flat of voor de vreemde positie waarin hij werd aangetroffen, terwijl de situatie daar evident om vraagt. Verzoeker heeft zowel op 25 december 2015 als op 26 december 2015 echter geweigerd uit zijn cel te komen voor verhoor.
Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de houding van verzoeker heeft bijgedragen aan de inverzekeringstelling en het voortduren daarvan, zodat gronden van billijkheid voor toekenning van een vergoeding ontbreken. Het verzoek tot schadevergoeding wordt dan ook afgewezen.
Beslissing
De rechtbank wijst het verzoek af.
Lees hier de volledige uitspraak.