Vrijspraak phishing
/Rechtbank Midden-Nederland 13 mei 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:3388 De rechtbank spreekt een man vrij van phishing, oplichting en stelen van geld van verschillende bankrekeningen. Hoewel het opvallend te noemen is dat verdachte de klantgegevens van 14 van de 15 slachtoffers heeft bevraagd in de banksystemen waar hij werkte, kan dit niet zonder meer tot de conclusie leiden dat verdachte op enigerlei wijze betrokken is geweest bij en opzet heeft gehad op de aan hem ten laste gelegde feiten.
De pingberichten die op een harde schijf van een in verdachtes woning gevonden computer zijn aangetroffen, waaruit afgeleid kan worden dat verdachte met een ander sprak over fraude via een bank, kunnen in dit verband niet tot het bewijs gebruikt worden. Uit het proces-verbaal van bevindingen volgt immers dat deze ping-bestanden gedurende de periode van 17 oktober 2011 tot en met 2 januari 2012 zijn gewijzigd. De ten laste gelegde feiten zouden echter zijn begaan vanaf september 2012, zodat de pingberichten niet in direct verband gebracht kunnen worden met deze feiten.
De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan.
Lees hier de volledige uitspraak.