Vrijspraak van dood door schuld eigenaar appartement binnenstad Leeuwarden

Rechtbank Noord-Nederland 25 juli 2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:2754

Op 19 oktober 2013 woedde een brand in enkele panden in de binnenstad van Leeuwarden. De panden waren gelegen naast het pand van verdachte. In het pand van de verdachte zelf is geen brand geweest. Wel is er veel rook in zijn pand gekomen. Het slachtoffer huurde een appartement van verdachte en hij was ten tijde van de brand in dit appartement. Door de grote hoeveelheid rook kon hij het pand niet verlaten. Hij is om het leven gekomen door verstikking ten gevolge van een koolstofmonoxidevergiftiging.

De rechtbank is van oordeel dat verdachte niet heeft voldaan aan de verplichtingen met betrekking tot de weerstand tegen rookdoorgang die op grond van het Bouwbesluit 2012 op hem als eigenaar van het pand rustten. Deze nalatigheid acht de rechtbank op zichzelf echter onvoldoende om te kunnen concluderen dat sprake is van aanmerkelijke schuld in de zin van artikel 307 van het Wetboek van Strafrecht. Daarvoor zijn naar het oordeel van de rechtbank bijkomende omstandigheden vereist.

Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken dat verdachte wist dat het pand niet voldeed aan de eisen van het Bouwbesluit 2012 met betrekking tot de weerstand tegen rookdoorgang. Ook is volgens de rechtbank geen sprake van de situatie dat verdachte redelijkerwijs moest vermoeden dat het pand niet voldeed aan deze eisen en hij zich er daarom van had moeten vergewissen dat het pand daar wel aan voldeed.

Daarbij heeft de rechtbank onder meer in aanmerking genomen dat de gebreken op het gebied van de weerstand tegen rookdoorgang al moeten hebben bestaan op het moment dat verdachte het pand in 1997 kocht, dat het pand nadien niet meer is gewijzigd en dat niet is gebleken dat deze gebreken hadden kunnen worden waargenomen zonder het openen of verwijderen van plafonds en wanden en/of zonder gebruik te maken van speciale apparatuur.

De rechtbank heeft ook in aanmerking genomen dat voor panden als die van verdachte geen wettelijke keuringsplicht of keurmerk op het gebied van brandveiligheid bestaat, waarbij (periodiek) onder meer de weerstand tegen rookdoorgang wordt gecontroleerd, en dat verdachte langs die weg dus ook geen aanwijzingen heeft gekregen dat het pand niet voldeed aan de eisen van het Bouwbesluit 2012.

 

Lees hier de volledige uitspraak.

 

 

Print Friendly and PDF ^