Wanneer neemt DNB deel aan publiek-private samenwerking?
/DNB onderschrijft nadrukkelijk het belang én de meerwaarde van publiek-private samenwerking (PPS). Een illustratie van zo’n samenwerking is te vinden in het Financieel Expertise Centrum, waar DNB momenteel voorzitter van is. De maatschappelijke urgentie is groot om actiever financieel-economische criminaliteit tegen te gaan, waaronder witwassen, corruptie, fraude en terrorismefinanciering. Dit gebeurt in toenemende mate ook door publiek-private samenwerking (PPS). Financiële instellingen werken dan samen met publieke instanties als politie, opsporingsdiensten en toezichthouders, waaronder DNB in haar rol als integriteitstoezichthouder.
Behalve aanjagen, aanmoedigen of adviseren kan DNB worden gevraagd deel te nemen aan concrete onderzoeksprojecten. Daarbij gaat het veelal om het delen van informatie - uiteraard binnen wettelijke grenzen - en het samen analyseren van data. Voor DNB is daarbij steeds het doel om instellingen als banken of andere dienstverleners zo goed mogelijk in staat te stellen hun rol als poortwachter van het financiële stelsel te vervullen en criminele geldstromen buiten de deur te houden. Gebundelde data- en analysecapaciteiten van verschillende partijen kunnen het zicht vergroten op geldstromen van criminelen, waarvan we weten dat die zich voortdurend aan het zicht proberen te onttrekken met complexe en/of internationale transacties.
Bij de beoordeling of deelname aan dergelijke onderzoeksprojecten passend is, spelen voor DNB meerdere overwegingen een rol. Om hierover inzicht te geven aan andere publieke en private partners, heeft DNB een beoordelingskader gemaakt. Dit laat zien dat een cruciale overweging voor deelname in een project gaat over de vraag of het past bij de bevoegdheden en verplichtingen van DNB als toezichthouder. Er moet geen spanning kunnen ontstaan tussen de toezichtrol en de bijdrage als partner in een project. Lees in de download hieronder meer over de visie van DNB op PPS en de overwegingen voor projectdeelname.
Bron: DNB