Witwaspraktijken: Raad legt prioriteiten voor verdere hervormingen vast
/De Raad van de Europese Unie heeft op 5 december conclusies aangenomen over de strategische prioriteiten voor de bestrijding van witwaspraktijken (AML) en terrorismefinanciering.
De conclusies sluiten rechtstreeks aan bij de strategische agenda van de EU voor 2019-2024. Daarin roept de Europese Raad immers op tot het uitbreiden van de "strijd tegen terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit" door de "samenwerking en informatie-uitwisseling te verbeteren" en "gemeenschappelijke instrumenten verder te ontwikkelen".
In de conclusies wordt erop gewezen dat het antiwitwasregelgevingskader recent significant is verbeterd. De vijfde herziening van de antiwitwasrichtlijn, die in mei 2018 is goedgekeurd, de nieuwe kapitaalvereisten voor banken (CRD5), die in mei 2019 zijn goedgekeurd, en de evaluatie van de werking van de Europese toezichthoudende autoriteiten, die op 2 december is goedgekeurd, zullen allemaal leiden tot een verscherping van de regels tegen witwaspraktijken en terrorismefinanciering.
In deze context dringt de Raad erop aan alle antiwitwaswetgeving snel om te zetten in nationaal recht en ze daadwerkelijk strenger toe te passen.
De conclusies bouwen ook voort op de mededeling van de Commissie en vier verslagen die in juli 2019 zijn uitgebracht. Die bevatten een overzicht van de huidige uitdagingen en brengen een reeks tekortkomingen in kaart in verband met banken, antiwitwasautoriteiten, prudentiële toezichthouders en de samenwerking binnen de EU. De conclusie is dat er zowel qua antiwitwasregelgeving als qua toezicht sprake is van versnippering.
De Raad verzoekt de Commissie daarom nieuwe maatregelen te onderzoeken om de bestaande antiwitwasregelgeving krachtiger te maken, en met name te bekijken:
hoe er kan worden gezorgd voor een robuustere en doeltreffendere samenwerking tussen de autoriteiten en instanties die bevoegd zijn voor de bestrijding van witwaspraktijken en terrorismefinanciering, onder meer door belemmeringen voor de onderlinge uitwisseling van informatie weg te nemen;
of bepaalde aspecten misschien beter in een verordening kunnen worden geregeld;
welke mogelijkheden, voordelen en nadelen er verbonden zijn aan de toewijzing van bepaalde toezichttaken en -bevoegdheden aan een EU-instantie.
Lees verder: