Witwassen door autohandelaar van contante betalingen, verhullen rechthebbende middels tenaamstelling, schendingen Wwft, onttrekken aan pandrecht
/Rechtbank Den Haag 12 oktober 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:12353
Verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim anderhalf jaar schuldig gemaakt aan witwassen, valsheid in geschrift, het onttrekken van twee auto’s aan het pandrecht van een ander en het overtreden van de wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.
Verdachte heeft, via zijn autohandel meegewerkt aan het witwassen van grote bedragen crimineel verkregen vermogen. Witwassen vormt een bedreiging voor de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Bovendien worden opbrengsten van misdrijven aan het zicht van justitie onttrokken, waardoor witwassen kan worden gezien als een misdrijf dat andere misdrijven faciliteert.
Uit de bewezenverklaring volgt dat naast de contante geldbedragen van (opgeteld) € 240.000,- een auto is ‘geleased’ die eveneens een waarde had van ruim € 100.000,-. Al deze geldbedragen zijn op deze manier via verdachte in het legale circuit terechtgekomen. Verdachte heeft met betrekking tot de Audi Q7 meegewerkt aan het verhullen wie de werkelijk rechthebbende op deze auto was, en zo aan het uit handen houden van justitie houden van deze auto, zoals blijkt uit de afloop van de inbeslagname van deze auto op 10 maart 2013.
Verdachte heeft, zo is het beeld dat uit zijn verhoren naar voren komt, in zijn bedrijfsvoering zich bewust niet bezig gehouden met de vraag hoe zijn klanten in staat waren te betalen; zo lang hij er geld ermee kon verdienen vond hij het best. Deze houding blijkt ook uit het feit dat verdachte, kennelijk zonder enig aarzeling, is overgegaan tot het maken van een valse factuur met betrekking tot een, wederom prijzige, auto, die nodig was om deze te kunnen exporteren. Juist hij als autohandelaar zou hebben moeten weten, dat bij de export van dit soort dure auto’s op waarheid gebaseerde documenten dienen te worden overgelegd, om de handel in gestolen waar tegen te gaan.
Het zeer frequent niet naleven van verplichtingen uit hoofde van de WWFT is evenzeer ernstig; onderzoek naar mogelijke gevallen van witwassen wordt daarmee doelbewust gefrustreerd. De rechtbank acht dit met name kwalijk, nu in de bedrijven van verdachte al tweemaal eerder tijdens toezichtonderzoeken onregelmatigheden waren geconstateerd op dit gebied, en één van de bedrijven van verdachte daar al door de rechtbank voor was veroordeeld. Kennelijk weerhield hem dat er niet van deze verplichtingen in het vervolg wel na te leven.
Het niet naleven van de verplichtingen van het pandrecht van Santander wijst erop dat verdachte in die zaak zijn eigen financiële belangen heeft laten prevaleren boven die van Santander.
Bewezenverklaring
- Feit 1 primair: witwassen, meermalen gepleegd;
- Feit 2, eerste cumulatief/alternatief: valsheid in geschrift;
- Feit 2, tweede cumulatief/alternatief: opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst;
- Feit 3: opzettelijk zijn eigen goed onttrekken aan een pandrecht van een ander;
- Feit 4: opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
- Feit 5 primair: opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
- Feit 5 subsidiair: opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;
Strafoplegging
Gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Lees hier de volledige uitspraak.